Drie-Minuten-Toets: een kwalitatief onderzoek naar de Drie-Minuten-Toets bij kinderen die stotteren
Drie-Minuten-Toets: een kwalitatief onderzoek naar de Drie-Minuten-Toets bij kinderen die stotteren
Samenvatting
Inleiding: De Drie-Minuten-Toets (DMT) is een onderdeel van het Cito Leerling Volg Systeem primair en speciaal onderwijs. Leessnelheidsscores die behaald worden op een hardop-leestoets zoals de DMT, kunnen een indicatie zijn voor het leestempo tijdens het stil lezen. Helaas is dit niet altijd het geval bij een kind dat stottert. Kinderen die stotteren kunnen problemen ondervinden bij tijdbeperkte toetsen door de aanwezigheid van blokkades, herhalingen en verlengingen. Het vertragende effect op het spreektempo door het stotteren kan ervoor zorgen dat de uitkomsten van de DMT geen representatief beeld geven van het leesniveau van het kind. Door het in kaart brengen van de ervaringen, wensen en behoeften van leerkrachten met de DMT bij kinderen die stotteren, kan duidelijk worden gemaakt of en op welke gebieden informatievoorziening nodig blijkt te zijn. Dit kan mogelijk een bijdrage leveren aan de betrouwbaarheid van de toets en daarmee aan de ontwikkeling van het kind.
Methode: Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag is gebruik gemaakt van een kwalitatief beschrijvend onderzoek. Er zijn bij vier leerkrachten van het primair basisonderwijs semigestructureerde interviews afgenomen. Hierbij is gebruik gemaakt van een interview- protocol met vooraf opgestelde vragen. De data is inductief geanalyseerd, waarna door middel van open codering labels zijn toegevoegd aan de transcripten. Tot slot is er axiaal gecodeerd.
Resultaten: Uit de ervaringen van leerkrachten blijkt dat kinderen die stotteren gemiddeld genomen meer spanning ervaren tijdens de DMT dan kinderen die niet stotteren. Als een kind dat stottert te gespannen is en de toets niet wil uitvoeren, laten de meeste leerkrachten het kind vrij om niet deel te nemen aan de toets. Als het gaat om stress is het opvallend dat leerkrachten een verschil zien tussen kinderen uit de middenbouw en kinderen uit de bovenbouw. Deze laatste groep blijkt stressgevoeliger door een groter bewustzijn van de eigen prestatie ten opzichte van die van anderen. Het competitieve aspect speelt veel minder een rol bij kinderen in de middenbouw. De interviews met de leerkrachten geven een indicatie dat de DMT niet de bepalende factor is voor het bepalen van het leesniveau van het kind dat stottert. Vanwege de uitlokkende factoren als stress en tijdsdruk geeft de DMT daartoe soms geen betrouwbaar beeld. Leerkrachten vallen terug op AVI-testresultaten, met name die waarbij het begrijpend lezen wordt gemeten. Toch blijkt het moeilijk om het leesniveau van een kind dat stottert in kaart te brengen.
Conclusie: Leerkrachten ervaren over het algemeen dat kinderen die stotteren meer spanning ondervinden tijdens de DMT in vergelijking met kinderen die niet stotteren. Als een kind te gespannen is en de toets niet wil uitvoeren, laten de meeste leerkrachten het kind vrij om niet deel te nemen. Leerkrachten vallen terug op AVI-testresultaten, met name die waarbij het begrijpend lezen wordt gemeten. Leerkrachten geven aan behoefte te hebben aan informatievoorziening over stotterproblematiek in het algemeen en in relatie tot de DMT. Hierbij kunnen de logopedist-stottertherapeut en de intern begeleider een belangrijk rol hebben.
Organisatie | Hogeschool Rotterdam |
Opleiding | Logopedie |
Afdeling | IVG |
Datum | 2020-06-26 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |