Mondelinge feedback aan de studenten van de pabo
op welke manier kan mondelinge feedback de onderzoekende houding van studenten bij het vak beeldend onderwijs op de pabo stimuleren?Mondelinge feedback aan de studenten van de pabo
op welke manier kan mondelinge feedback de onderzoekende houding van studenten bij het vak beeldend onderwijs op de pabo stimuleren?Samenvatting
In dit onderzoeksverslag wordt beschreven op welke manier mondelinge feedback de onderzoekende houding van studenten bij het vak beeldend onderwijs op de pabo kan stimuleren. Het onderzoek is opgebouwd uit een literatuuronderzoek en een praktijkonderzoek. Uit het onderzoek komt naar voren wat er onder een onderzoekende houding bij het vak beeldend onderwijs wordt verstaan en op welke manier mondelinge feedback de onderzoekende houding van studenten kan stimuleren.
In het hoger onderwijs wordt leren opgevat als een proces waarbij studenten actief hun eigen kennis en vaardigheden construeren, al dan niet in samenwerking met anderen (Nicol & Macfarlane-Dick, 2006). Om dit te kunnen, is een nieuwsgierige, kritische en onderzoekende houding van belang (Martens & Boekaerts, 2007). De onderzoekende houding bij het vak beeldend onderwijs gaat over het proces van problem-finding en problem-solving. Uit het onderzoek komt naar voren dat juist het nog niet weten hoe bijvoorbeeld een betekenis moet worden weergeven of het nog niet weten wat er kan met een materiaal of techniek uitnodigt tot onderzoek en het stellen van vragen. Het gaat er om dat een student op een eigen manier deze vragen – ook wel beeldende problemen genoemd - kan (leren) oplossen.
Mondelinge feedback heeft als doel het denken en het gedrag van een student te veranderen, zodat het leren en de prestaties van een student verbeteren (Shute, 2007). Om de onderzoekende houding van studenten te stimuleren, is het van belang dat er meerdere soorten mondelinge feedback worden gegeven. Het gaat om mondelinge feedback op de opdracht, op de aanpak van de opdracht en op zelfregulatie (Hattie & Timperley, 2007). Uit het onderzoek komt naar voren dat er binnen de lessen beeldend onderwijs wel feedback op de opdracht en op de aanpak van de opdracht wordt gegeven, maar geen feedback op zelfregulering. Feedback op zelfregulering heeft niet de voorkeur van studenten en wordt door hen in mindere mate gezien als stimulerend voor de onderzoekende houding. Studenten lijken een voorkeur te hebben voor mondelinge feedback die hen zekerheid geeft over het succesvol kunnen afronden van een opdracht. Mondelinge feedback in de vorm van algemene complimenten en bevestiging is het meest gegeven binnen de lessen beeldend onderwijs. Over het geven van dit soort feedback, ook wel feedback op de persoon genoemd, zijn de meningen verdeeld.
Het is de vraag of het zoeken naar zekerheid past bij de onderzoekende houding die van studenten verwacht wordt binnen het hoger onderwijs. Volgens Nicol en Macfarlane-Dick (2006) moet mondelinge feedback plaatsvinden in de vorm van een dialoog, wil de zelfregulering van studenten bevorderd worden. Om dit te kunnen is het van belang dat studenten leren de kwaliteit van hun eigen werk en dat van medestudenten te beoordelen (Sadler & Crooks, zoals geciteerd in Sol & Stokking, 2009). Dat is op dit moment nog niet het geval. Studenten lijken afhankelijk te (willen) blijven van de mondelinge feedback van de docent. En volgens Nicol en Macfarlane-Dick (2006) zien docenten in het hoger onderwijs feedback nog steeds als de verantwoordelijkheid van de docent.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Opleiding | Master Special Educational Needs |
Afdeling | Domein Bewegen en Educatie |
Datum | 2014-06-03 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |