De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

"Betrapt" op goed gedrag

het stimuleren van gewenst gedrag

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

"Betrapt" op goed gedrag

het stimuleren van gewenst gedrag

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Aanleiding voor dit praktijkonderzoek is de ontevredenheid die leerkrachten van de Fontein uitten over het storende gedrag van veel leerlingen en de vraag hoe gewenst gedrag gestimuleerd kan worden. Wat de mogelijke oorzaken van dit storende gedrag zijn en hoe adequaat het gewenst gedrag kan worden wordt in dit onderzoek nader belicht.
Allereerst is gekeken welke kindfactoren het gedrag beïnvloeden. Er zijn verschillende omgevingsfactoren die van invloed kunnen zijn op het gedrag van leerlingen, zo kan de opvoedingsstijl van ouders mede het gedrag van de leerlingen in de klas bepalen (Combrugge, 2007). Kinderen die door ouders erg verwend of gepamperd worden, kunnen agressief, dwingend of oppositioneel gedrag ontwikkelen volgens de Jong (2011).
Volgens Delfos (2010) zijn affectieve en pedagogische verwaarlozing belangrijke factoren die een rol spelen bij gedragsproblemen. Als gevolg van deze verwaarlozing kan het kind hechtingsverstoringen oplopen. Het kind ontwikkelt dan een onveilige hechting doordat ouders of verzorgers niet adequaat reageren op zijn of haar behoeften. Kinderen met een verstoorde hechting kunnen zich afwijzend of afwerend opstellen in relaties waar het kind mee te maken krijgt zoals de relatie met de leerkracht of medeleerlingen.
Constructieve samenwerking is tussen ouders en school is dan ook van groot belang bij de aanpak van gedragsproblemen. Hiervoor moeten ouders en school elkaar informeren over de aard van de problemen en de situaties waarin deze voorkomen. Dan kunnen zij samen zoeken naar oplossingen en afspraken maken over de aanpak.(Onderwijsraad,2010).
Vervolgens is onderzocht wat de invloed van de leerkracht op het gedrag van de leerling is. Vaak blijkt dat de leerkrachten veel invloed op het gedrag van de leerlingen hebben, zij kunnen het probleem gedrag verergeren of verminderen (BarGil & Schiff, 2004). Hiermee wordt de essentie van dit onderzoek weergegeven namelijk hoe er op de Fontein een handelingsgerichte leeromgeving kan worden gecreëerd waarbij de leerkrachten samen met de leerlingen en de ouders actief werken aan het stimuleren van gewenst gedrag en het minimaliseren van ongewenst gedrag. Bij preventief handelen ligt de nadruk op het aanleren en bekrachtigen van gewenst gedrag. Een goed klassenmanagement met duidelijke regels en routines is bij het bevorderen van gewenst gedrag van groot belang. Elke leerling dient te weten wat de gedragsverwachtingen zijn en positief gedrag moet positief bekrachtigd worden (Golly & Sprague, 2011). Dat kan worden gezien als een preventieve maatregel. Daarnaast zijn, voor de leerlingen zinvolle strafmaatregelen, van essentieel belang om te zorgen dat alle, bij de leerlingen betrokken, medewerkers zich verantwoordelijk voelen is een schoolbrede aanpak essentieel. Deze combinatie van gedragsaanpak heeft een grote kans van slagen in het toenemen van gewenst gedrag. Het programma School Wide Positive Behavior (Golly & Sprague, 2009) biedt deze elementen. In dit onderzoek is gekeken of deze gedragsinterventie effectief is voor basisschool De Fontein. Uit de resultaten van de literatuuronderzoek, de dataverzameling, de observaties in de groepen en de verschillende enquêtes, blijkt dat deze gedragsaanpak een positief effect heeft op het gedrag van de leerlingen van de Fontein.
Om antwoord te geven op de onderzoeksvragen is naast literatuuronderzoek gebruik gemaakt van dataverzameling, observaties in de klas en enquêtes die afgenomen zijn onder leerlingen, leerkrachten, toezichthouders en ouders. Bovendien hebben pleinwachters twee keer een turflijst ingevuld, als nulmeting en na de invoering van SWPBS.
Tevens is er een maand lang gebruik gemaakt van SWPBS om het effect deze aanpak op het pleingedrag van de leerlingen te kunnen meten.
Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat zowel leerkrachten als pleinwachters het van essentieel belang vinden dat de aanpak van het leerlinggedrag éénduidig en schoolbreed gebeurt. Ook de verwachting dat leerlingen zich beter aan de regels houden als alle medewerkers van de school, de ouders en de leerlingen zich verantwoordelijk voelen, wordt volledig door het team gesteund. Daarnaast is het noodzakelijk voor alle pleinwachters dat er een systeem van bekrachtiging van het gewenste gedrag en de bestrijding van gedragsproblemen bestaat om in alle situaties adequaat te kunnen handelen.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Windesheim
AfdelingEducation
PartnerChristelijke basisschool De Fontein te Dordrecht
Jaar2013
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk