Samenvatting

Dit onderzoek is gedaan naar rouwverwerking bij pubers en hoe je daar mee omgaat als docent. Welke handvaten heeft een docent nodig om goed om te kunnen gaan met een proces van rouw bij een leerling? In het theoretisch kader komen verschillende onderwerpen aan bod. In eerste instantie wordt er gekeken wat rouw precies is en hoe een rouwproces bij een puber verloopt. Vervolgens wordt er gekeken naar hoe je een kind in rouw kunt helpen en wat daarbij de functie van de school is.

De onderzoeksvraag luidt;
Wat heb ik als mentor nodig om een groep leerlingen, in het middelbaar onderwijs, tijdens de les goed te kunnen begeleiden in het geval zich een sterfgeval voordoet in de directe omgeving van een leerling?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn verschillende aspecten onderzocht. Er is gekeken naar het rouwprotocol van de school en er hebben interviews plaats gevonden met docenten en leerlingen. Het belangrijkste dat naar voren is gekomen uit de interviews is dat er een verschil is tussen de manier waarop de docenten ergens tegen aan kijken en de manier waarop leerlingen daar tegen aan kijken. Een voorbeeld hiervan is dat tijdens de interviews naar voren is gekomen dat de docenten geen aandacht willen besteden aan het onderwerp dood als dit niet aan de orde is, terwijl de leerlingen dit graag zouden bespreken.

Op basis van het onderzoek is naar voren gekomen dat je de volgende punten nodig hebt als docent om een leerling goed te kunnen begeleiden in een periode van rouw;

 Zelf stil kunnen staan bij angsten omtrent dood en verlies.
 Kennis over rouw en het rouwproces van een puber.
 Kennis over hoe een puber te helpen in rouw.
 Duidelijkheid hebben over de rol van een docent in een rouwproces van een leerling.
 Weten waar hulp vandaan kan komen als dit nodig is.
 Een duidelijke visie vanuit school.
 Een goed rouwprotocol vanuit de school.
Praktische materialen en informatie om te kunnen gebruiken in volgende lessen.

Het onderzoek is naar tevredenheid verlopen. In het onderzoek ontbreekt een duidelijk antwoord op de vraag of het nodig is dat docenten en leerlingen van te voren voorbereid worden op een proces van rouw.