Samenvatting

In dit afstudeeronderzoek is de volgende onderzoeksvraag onderzocht: "Op welke wijze
kunnen (ex-)GGZ cliënten In Overijssel zich organiseren zodat zij door en voor elkaar vorm en
inhoud kunnen geven aan voorlichting, informatie en ondersteuning binnen
maatschappelijke participatie gericht op wonen, werk, welzijn en preventie?" Uit het onderzoek is gebleken dat deze doelgroep veel behoefte heeft aan ondersteuning op
de verschillende leefgebieden. Ook is gebleken dat ze met vragen op de verschillende
gebieden vooral gaan naar de instantie waar ze al hulp- en/of dienstverlening ontvangen. De
doelgroep kiest voor bekende hulpverleningsinstanties die, doordat de mensen daar bekend
zijn, makkelijk te bereiken zijn.
Deze doelgroep maakt weinig gebruik van het WMO loket. Dit loket staat ver van deze
mensen af, het is onbekend dat ze met vragen op verschillende gebieden terecht kunnen bij
het loket van de gemeente. Hier spelen de hulpverlenende instanties ook een grote rol in,
omdat zij cliënten graag binnen hun eigen instantie houden.
Er is behoefte aan een zelfstandige instantie voor en door cliënten. Cliënten zouden
wanneer deze instantie in de buurt zou zijn, hier gebruik van willen maken. Een zelfstandige
instantie valt onder eerstelijns voorzieningen en past hierdoor in de gedachte van de WMIO.
Opmerkelijk is dat bijna alle respondenten werk of een dagbesteding hebben. Dit is erg
belangrijk voor deze doelgroep, want door een dagbesteding te hebben, hebben zij het
gevoel deel te nemen aan de maatschappij. Echter moet er meer toeleiding plaats vinden
naar betaald werk, want dit geeft de doelgroep nog meer voldoening.