Rechtsbescherming voor studenten
Rechtsbescherming voor studenten
Samenvatting
Deze scriptie is geschreven in opdracht van mr. A.M.T. Wigger Advocaat en Mediator te Den Haag en heeft betrekking op de aansprakelijkstelling van hoger onderwijsinstellingen die hun zorgplicht voor de kwaliteit van het onderwijs schenden. In de praktijk blijkt dat de grondslag voor die zorgplicht onduidelijk is. Hierdoor wordt de verkeerde procedure gevolgd, waardoor er vertraging ontstaat in de behandeling van het geschil.
Uit dit onderzoek komen twee kernpunten naar voren, namelijk de WHW bevat nog geen duidelijke en uitdrukkelijke grondslag voor de zorgplicht van de instellingen voor de kwaliteit van het onderwijs en er zijn nog steeds twee rechters bevoegd die kennis kunnen nemen van vorderingen op grond van de WHW.
De grondslag voor de zorgplicht van de instellingen voor de kwaliteit van het onderwijs is niet expliciet, maar wel indirect in de WHW te vinden. De belangrijkste artikelen die een basis kunnen bieden voor de genoemde zorgplicht zijn artikelen 1.18, 7.4 en 7.13 WHW.
Daarnaast komt uit het onderzoek naar voren dat zowel de bestuursrechter (het College van beroep voor het hoger onderwijs (CBHO)) als de burgerlijke rechter bevoegd zijn kennis te nemen van geschillen met betrekking tot het hoger onderwijs. Ook wanneer het gaat om een vordering tot schadevergoeding als gevolg van de schending van de zorgplicht van de instelling voor de kwaliteit van het onderwijs zijn beide rechters bevoegd. Hoewel de schadevergoeding niet in de WHW is geregeld, blijkt uit de parlementaire geschiedenis dat de wetgever dat wel zo heeft bedoeld. Dit is tevens in de rechtspraak van het CBHO bekrachtigd.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Partner | mr. A.M.T. Wigger Advocaat en Mediator |
Datum | 2014-04-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |