Samenvatting

In dit document worden de bevindingen van een evaluatie van de Belgische wetgeving betreffende medische voorraden aan boord, zoals vastgelegd in Koninklijk Besluit van 1998, neergezet en nader verklaard. Naar aanleiding van de voorraadproblemen die zich in vele medische centra voordeden. Tijdens de hoogte van de coronapandemie werd besloten te onderzoeken of de, intussen meer dan twintig jaar oude, Belgische wetgeving voldoende middelen voorschrijft. Ook werd onderzocht of de middelen nog beschikbaar zijn en als veilig en doeltreffend geneesmiddel wordt geacht. Verder werd nagegaan hoe deze wet zich verhoudt tot internationale wetten die eveneens over de medische voorraden gaan. Het onderzoek is uitgevoerd door een Marof student die, door middel van deskresearch en interviews, de voorgeschreven tabellen is gaan evalueren. Uit dit onderzoek is gebleken dat (op enkele middelen die in de praktijk door een parallel middel vervangen worden na) het Koninklijk Besluit van 1998 voor soortgelijke situaties dezelfde punten aanspreekt als andere wetgeving, met gelijkaardige middelen. Verder is vastgesteld dat er over mogelijke tekortkomingen in de voorgeschreven hoeveelheden geen data beschikbaar is.