Binoculair zien bij eerstejaars tandheelkunde studenten
Binoculair zien bij eerstejaars tandheelkunde studenten
Samenvatting
Doel:
Onderzoeken of er een correlatie is bij eerstejaars tandheelkunde studenten tussen de resultaten van vier optometrische testen; (I) gezichtsscherpte nabij, (II) stereopsis,(III) accommodatie amplitude, (IV) nabijheidspunt van convergentie en de resultaten van een vultoets.
Materiaal en methode:
Veldonderzoek op het ACTA, waarbij er een oogscreening werd verricht bij 117 eerstejaars tandheelkunde studenten met een leeftijd tussen de 18-32 jaar. Tijdens dit onderzoek werden 11 optometrische testen verricht, waarvan er vier testen; (I) de binoculaire-gezichtsscherpte voor nabij, (II) stereopsis (Randot test), (III) binoculaire push-up accommodatie amplitude (AA) en (IV) nabijheidspunt van convergentie (NPC), zijn gebruikt voor de uitwerking van dit onderzoek. Testresultaten (I t/m IV) werden vergeleken met het aantal pogingen dat nodig was om de vultoets te halen. Diegenen met een accommodatie insufficiëntie (AI) en/of een convergentie insufficiëntie (CI) werden additioneel geanalyseerd.
Resultaten:
De correlatie tussen de vultoets en de uitkomsten van de testen (I t/m IV) bedroegen respectievelijk: r=0,065, -0,002, -0,074, 0,023 met p=0,520, 0,982, 0,464, 0,821.
De correlatie tussen de vultoets en de uitkomsten van de NPC was bij studenten met een CI (n=7) r=0,544 met p=0,067.
De correlatie tussen de vultoets en de uitkomsten van de AA was bij studenten met een AI (n=7) r=0,168 met p=0,718.
Conclusie:
Tussen de vier optometrische testen en de resultaten van de vultoets werden geen statistisch significante correlaties gevonden. Ook de resultaten van de studenten, die werden gediagnostiseerd met een AI en/of een CI, toonden geen statistisch significante correlaties met de resultaten van de vultoets.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Oogzorg |
Afdeling | Paramedische Studies |
Jaar | 2013 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |