De wettelijke regelgeving inzake de bekendmaking van een beschikking conform artikel 3:41 Abw
De wettelijke regelgeving inzake de bekendmaking van een beschikking conform artikel 3:41 Abw
Samenvatting
De Wet tijdelijk huisverbod is een bestuursrechtelijke maatregel die door de burgemeester kan worden opgelegd indien er een vermoeden bestaat van huiselijk geweld binnen een gezin. Een tijdelijk huisverbod houdt in dat de persoon aan wie het verbod is opgelegd, in eerste instantie gedurende tien dagen de woning waar het tijdelijk huisverbod voor geldt, niet mag binnentreden. De periode van het tijdelijk huisverbod van tien dagen kan naar aanleiding van verschillende onderzoeken verlengd worden tot maximaal achtentwintig dagen.
Voor de wet en in de praktijk is het relevant dat de persoon aan wie een tijdelijk huisverbod is opgelegd, in kennis wordt gesteld van de aan hem/haar opgelegde bestuursrechtelijke maatregel. Om te beantwoorden op welke wijze de bekendmaking van een dergelijke beschikking volgens de wet dient te geschieden en op welke manier de bekendmaking op dit moment door de gemeente Rotterdam wordt bewerkstelligd, is de kwalificatie van de bekendmaking belangrijk.
In het verleden heeft de gemeente Rotterdam te maken gehad met situaties waarin de uithuisgeplaatste op geen enkele wijze bereikbaar was voor de gemeente. De gemeente Rotterdam wil weten hoe zij in dergelijke situaties de bekendmaking volgens de wet dient te bewerkstelligen, zodat de bekendmaking van de beschikking waarin een tijdelijk huisverbod is opgelegd of verlengd, rechtsgeldig is.
In de Algemene wet bestuursrecht is de wijze van bekendmaking van het besluit in de zin van art. 1:3 lid 2 Awb opgenomen. In art. 3:41 lid 1 Awb is bepaald dat de bekendmaking door toezending of uitreiking dient te geschieden. In de praktijk is dit echter niet altijd mogelijk, aangezien de verblijfplaats van de uithuisgeplaatste niet altijd bekend is bij de gemeente. Voor dergelijke gevallen is art. 3:41 lid 2 Awb in het leven geroepen. Dit wetsartikel bepaalt namelijk dat wanneer de bekendmaking niet kan geschieden zoals besproken in art. 3:41 lid 1 Awb, de bekendmaking op een andere geschikte wijze bewerkstelligd dient te worden.
Art. 2 lid 7 Wth bepaalt dat bij spoedeisende gevallen waarin het tijdelijk huisverbod niet van tevoren op schrift gesteld kan worden, het tijdelijk huisverbod mondeling aangezegd kan worden. De burgemeester dient echter zorg te dragen voor een spoedige opschriftstelling en bekendmaking. Bovendien bepaalt art. 2 lid 7 Wth dat in het geval dat de verblijfplaats van de uithuisgeplaatste niet bekend is, de bekendmaking kan plaatsvinden door nederlegging van de beschikking bij de gemeentesecretarie. Een dergelijke bekendmaking is pas rechtsgeldig als het is aangekondigd. Nu hierboven twee verschillende wetsartikelen zijn beschreven, is het belangrijk om te weten dat art. 3:41 Awb ook van toepassing is op de Wet tijdelijk huisverbod.
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de Algemene Wet bestuursrecht, die is opgesteld om de bestuursorganen regels te geven zodat zij kunnen en mogen besturen (§ 2.2). Ook zijn in de Algemene wet bestuursrecht regels opgenomen met betrekking tot de rechtsbescherming van de burgers. In paragraaf 2.2.1 wordt de verhouding tussen het algemeen en bijzonder bestuursrecht behandeld.
Daaruit zal blijken dat de Algemene wet bestuursrecht een gelaagde structuur kent, wat betekent dat de regels van algemeen naar bijzonder zijn opgesteld. Tevens zal blijken dat de bepalingen in het bijzonder bestuursrecht boven de bepalingen van het algemeen bestuursrecht vallen.
De Wet tijdelijk huisverbod is in het leven geroepen om het huiselijk geweld te bestrijden (§2.3). Om dit doel naar behoren te kunnen verwezenlijken is het van essentieel belang om te zorgen dat het huiselijk geweld niet escaleert. Bovendien zal blijken dat de procedure van het tijdelijk huisverbod tijdgebonden is (§2.4). Dit betekent bijvoorbeeld voor een verlengingsbeschikking dat deze binnen een korte periode bekendgemaakt moet worden aan alle belanghebbende(n). Een belanghebbende is een persoon die rechtstreeks betrokken is bij het besluit .
In bepaalde gevallen kan los van een huisverbod ook een contactverbod worden opgelegd door de strafrechter (§2.5). In uitzonderlijke gevallen kan de strafrechter beslissen om ook een straatverbod op te leggen. Een straatverbod is afhankelijk van de ernst van de situatie, maar het verbod kan bijvoorbeeld een straal van vijf kilometer van de bepaalde straat bevatten, welke de desbetreffende persoon gedurende het contactverbod niet mag betreden.
Een andere geschikte wijze van bekendmaking in de zin van art. 3:41 lid 2 Awb is een publicatie in een dag- of nieuwsblad, aanplakking op het gemeentelijke publicatiebord of aanplakking ter plekke (§2.6). Ook wordt de nederlegging van de beschikking bij de gemeentesecretarie beschouwd als een rechtsgeldige bekendmaking, mits de nederlegging is aangekondigd aan de desbetreffende persoon. Kortom, een besluit kan niet in werking treden totdat het op een rechtsgeldige wijze bekendgemaakt is.
Tot slot worden de gevolgen behandeld van een gebrek in de bekendmaking (§2.7). Een aantal belangrijke gevolgen kunnen zich voordoen bij een onjuiste bekendmaking. De desbetreffende persoon kan bijvoorbeeld strafrechtelijk niet vervolgd worden. Ook zien we dat er familiedrama’s kunnen ontstaan indien de desbetreffende persoon terugkeert naar de desbetreffende woning. Bovendien zijn er gevolgen voor de beroepsprocedure, namelijk de aanvang van de beroepstermijn. De beroepstermijn kan niet aanvangen zonder dat een rechtsgeldige bekendmaking is bewerkstelligd, omdat het besluit dan niet in werking zou zijn getreden.
Uit hoofdstuk 3 blijkt dat de gemeente Rotterdam zich voornamelijk bezighoudt met de vervolgbeschikkingen. De gemeente Rotterdam maakt dit soort beschikkingen bekend door de uithuisgeplaatste eerst telefonisch te bereiken, of anders per sms-bericht. Soms wordt de beschikking bij de gemeentesecretarie neergelegd, maar dit gebeurt niet altijd. De beschikking wordt door de gemeentekoerier bezorgd bij het desbetreffende adres, indien een verblijfplaats bekend is. De koerier neemt een leveringsbewijs mee dat tijdens de uitreiking ondertekend moet worden door de desbetreffende persoon.
In hoofdstuk 4 is aan de hand van een jurisprudentieanalyse aangetoond in welke gevallen de bekendmaking in de zin van art. 3:41 Awb rechtsgeldig wordt beoordeeld door de rechter. De feiten en omstandigheden die ertoe leiden dat de bekendmaking van de beschikking als rechtsgeldig kan worden aangemerkt, zijn voornamelijk belangrijk, zodat het bestuursorgaan kan aantonen dat er sprake is geweest van een aannemelijke bekendmaking. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een bewijs van levering of een redelijke postadministratie. De beschikking enkel mondeling of telefonisch aanzeggen is niet voldoende om de bekendmaking als rechtsgeldig te kunnen aanmerken.
In dit onderzoek zijn aanbevelingen geformuleerd voor de gemeente Rotterdam om de werkwijze met betrekking tot de bekendmaking van beschikkingen te verbeteren.
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | HBO-Rechten |
Afdeling | Faculteit M&B |
Partner | Gemeente Rotterdam |
Datum | 2017-03-20 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |