Samenvatting

Het gebruik van partydrugs lijkt steeds normaler te worden. Er is kwantitatief onderzoek gedaan om inzicht te krijgen in de normalisering van het partydrugs-gebruik onder Nederlandse studenten in Groningen. De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt: ‘In hoeverre wordt het gebruik van partydrugs normaal gevonden door Nederlandse studenten in Groningen?’. Om de normalisering te meten is er gebruik gemaakt van de vier dimensies van Measham, Newcombe & Parker (1994): beschikbaarheid van de partydrugs, de gangbaarheid van het uitproberen van de partydrugs, de mate van het partydrugs-gebruik en sociale- en culturele accommodatie.
Om antwoord te geven op de onderzoeksvraag zijn online vragenlijsten (correct) ingevuld door 461 Nederlandse studenten in Groningen. Dit onderzoek heeft betrekking op de partydrugs: ecstasy, cocaïne, amfetamine, ketamine en designerdrugs (zoals 2C-B, 4-FMP, 5-APB, 4-MMC). Door middel van ANOVA-toetsen en onafhankelijke t-toetsen zijn de gegevens uit de vragenlijsten geanalyseerd.
Uit de resultaten blijkt dat Nederlandse studenten in Groningen meer partydrugs gebruiken dan in eerdere studies is aangetoond. Zo geeft meer dan 70% van de studenten aan ooit partydrugs te hebben gebruikt. Ook de mate van het partydrugs-gebruik is flink toegenomen. Vergeleken met onderzoeken uit 2016 is het partydrugs-gebruik bijna verdubbeld. De partydrugs met de hoogste prevalentie blijven ecstasy gevolgd door cocaïne, deze partydrugs worden ook het meest regelmatig gebruikt. Zo zijn partydrugs voor Nederlandse studenten in Groningen makkelijk verkrijgbaar. Meer dan de helft van de respondenten vindt dat partydrugs gangbaar zijn en gebruikt de partydrugs met vrienden op publieke plaatsen als feesten en festivals. Ook de sociale en culturele opvattingen omtrent het partydrugs-gebruik worden als positief gezien. Men denkt dat het gebruik van partydrugs veelvoorkomend is en dat de omgeving het goedkeurt. Concluderend blijkt dat het gebruik van partydrugs onder Nederlandse studenten in Groningen als normaal wordt beschouwd.
Dit onderzoek kan ertoe leiden dat organisaties die veel met studenten te maken hebben, preventiemaatregelen implementeren om kennis bij te brengen over het gebruik van partydrugs, om zo mistanden en misbruik te voorkomen. Zo kan gebruik worden gemaakt van peer-educators die op feesten en festivals voorlichting geven over partydrugs en over de gevaren van het mixen met alcohol of andere drugs. Dit verhoogt de effectiviteit van de maatregel, omdat studenten eerder geneigd zijn advies aan te nemen van een peer dan van een externe trainer (Noijen, Van Bakkum, Jamin, Visser & Schippers, 2006).
Samenvatting ook in het Engels.