Ontwikkelingsmaterialen van Medisch Kleuterdagverblijf Boekela
Ontwikkelingsmaterialen van Medisch Kleuterdagverblijf Boekela
Samenvatting
Binnen Medisch Kleuterdagverblijf Boeléka wordt sinds het behandeljaar 2006-2007 de educatieve totaalmethode Piramide ingezet. Deze methode heeft als doelstelling peuters en kleuters van verschillende niveaus de kans te geven zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Dit streeft men na door een sterke pedagogische basis en een krachtige leeromgeving.
Om de ontwikkeling van kinderen te volgen, gebruikt men het Pravoo leerlingvolg- en hulpsysteem. Dit systeem heeft tevens een bepaalde inschaling voor ontwikkelings-materialen aan de hand van verschillende cognitieve ontwikkelingsgebieden en ontwikkelingsniveaus. De ontwikkelingsmaterialen op MKD Boeléka zijn volgens deze inschaling gelabeld.
De vraag die in dit onderzoek centraal staat, is de volgende:
'Welke ontwikkelingsmaterialen, ingeschaald volgens Pravoo, zijn er bij MKD Boeléka ter aanvulling nodig om de doelstelling van de Piramide-methode te behalen?
Door middel van een kleinschalig vooronderzoek kwam naar voren dat de doelgroep van MKD Boeléka voor een groot deel bestaat uit kinderen met autisme of een vorm daarvan; PDD NOS. Deze resultaten worden in het praktijkonderzoek bevestigd. Op welke ontwikkelingsgebieden, overeenkomstig met het onderscheid van Pravoo, kinderen met deze stoornis een achterstand hebben, kan geen eenduidig antwoord gegeven worden. In de literatuur wordt een aantal keer de gebieden taal en motoriek beschreven. Het blijkt echter dat autisme een dermate brede ontwikkelingsstoornis is dat er geconcludeerd kan worden dat er geen eenduidigheid bestaat in hoe de problemen zich bij kinderen met autisme/PDD NOS op de verschillende ontwikkelingsgebieden laten zien. In het praktijkonderzoek komt deze conclusie tevens terug: de kinderen op het MKD ervaren verschillende problemen op de gebieden taal en motoriek. Er bestaat geen eenduidigheid in hoe de problemen zich bij de kinderen op de verschillende ontwikkelingsgebieden laten zien. Tevens is niet te zeggen of de problemen puur uit autisme/PDD NOS voortkomen.
De gebieden waar wel alle kinderen met autisme problemen in ondervinden, sociale contacten en communicatie, komen niet terug in de inschaling van ontwikkelings-materialen van Pravoo.
In het praktijkonderzoek ligt de nadruk op de verschillende ontwikkelingsmaterialen binnen MKD Boeléka. Er is gekeken naar de manier waarop groepsleiding ontwikkelingsmateriaal inzet, met welk doel en al dan niet gericht op bepaalde ontwikkelingsgebieden. Vervolgens kwam de vraag aan de orde welke ontwikkelingsmaterialen groepsleiding mist. En welke ontwikkelingsmaterialen men mist in het werken met de kinderen. Daaruit blijkt dat er van verschillende gebieden weinig materialen zijn maar dat men diverse oplossingen bedenkt om toch aan die ontwikkelingsgebieden te werken. Materiaal lenen bij andere groepen of zelf een activiteit verzinnen zijn daar voorbeelden van. Over het algemeen blijkt dat men maar één soort ontwikkelingsmateriaal daadwerkelijk mist, namelijk materiaal met betrekking tot auditief waarnemen. Hoewel dit niet specifiek een gebied is waar kinderen met autisme een achterstand in hebben, draagt dit wel bij aan een deel van de ontwikkeling van kinderen.
Naast het ontbreken van ontwikkelingsmateriaal aan de hand van de ontwikkelings-gebieden, werd ook het missen van de variatie een aantal keer genoemd. Van sommige materialen zijn er voldoende aanwezig maar betreft het veelal dezelfde soort materialen, zoals puzzels. Ook noemde men het gebrek aan variatie qua niveau.
Uit het onderzoek blijkt dat op het MKD onvoldoende materiaal aanwezig is met betrekking tot auditief waarnemen. Om kinderen hier toch mee te laten oefenen, is het zinvol enkele van deze materialen aan te schaffen.
Per behandeljaar kan het anders zijn welk ontwikkelingsniveau de kinderen hebben in de verschillende groepen. Daarom is het aan te bevelen om vóór het opstarten van de nieuwe groep wat tijd te besteden aan het inventariseren van de ontwikkelingsmaterialen per groep.
Een andere aanbeveling voor komende behandeljaren is dat groepsleiding een vast moment in het jaar afspreekt om ontwikkelingsmaterialen te wisselen met elkaar. Als er na verloop van tijd wat 'nieuwe' materialen aangeboden worden aan de kinderen, worden zij opnieuw uitgedaagd en worden er wellicht andere delen van het ontwikkelingsgebied gestimuleerd.
De laatste aanbeveling is dat groepsleiding, in hun eigen groep, kijkt of 'achterhaalde/ouderwetse' materialen nog voldoende geschikt zijn voor de kinderen. Als dit niet zo is, kijkt groepsleiding of ze het betreffende materiaal kan missen of dat ze vervangend materiaal nodig heeft. Dit in overleg met de onderwijscoördinator.
Bovenstaande aanbevelingen zullen in een onderwijsoverleg naar groepsleiding van MDK Boeléka gecommuniceerd worden. Met hen en met de onderwijscoördinator zullen afspraken worden gemaakt over de implementatie daarvan.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Pedagogiek |
Jaar | 2009 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |