Laaggeletterdheid binnen de geestelijke gezondheidszorg
Welke kennis en handvaten zijn er nodig voor zorgverleners van instelling X om de aanpak van laaggeletterdheid (nog) beter te integreren in de werkwijze van zorgverleners bij instelling X?Laaggeletterdheid binnen de geestelijke gezondheidszorg
Welke kennis en handvaten zijn er nodig voor zorgverleners van instelling X om de aanpak van laaggeletterdheid (nog) beter te integreren in de werkwijze van zorgverleners bij instelling X?Samenvatting
Uit onderzoek blijkt dat het kunnen lezen, schrijven en/of rekenen door zorgverleners vaak als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Veel zorgverleners weten wat laaggeletterdheid is, maar onderschatten het aantal laaggeletterden en staan er onvoldoende bij stil. Laaggeletterdheid kan op verschillende levensgebieden nadelig gevolgen hebben. Zorgverleners kunnen een belangrijke rol spelen tussen de talige wereld en de niet-zo talige wereld. Het doel van dit onderzoek is kennis verzamelen over de huidige aanpak van laaggeletterdheid binnen instelling X. Ook wordt er onderzocht wat er voor zorgverleners van instelling X nodig is om de aanpak van laaggeletterdheid (nog) beter te integreren in de werkwijze van de zorgverleners
Het onderzoek is uitgevoerd bij instelling X. Instelling X is een ambulant wijkteam dat mensen met een ernstige psychiatrische aandoening in combinatie met problemen op andere levensterreinen (wonen, werken, sociale contacten, financiën) behandelt en begeleidt. Instelling X richt zich op de doelgroep cliënten buiten het psychiatrisch ziekenhuis die vaak wordt aangeduid met de term EPA (Veldhuizen, Bähler, Polhuis, & Os, 2008). Tot heden zijn er enkele cliënten met laaggeletterdheid bekend bij instelling X, echter geven zorgverleners van instelling X ook aan het moeilijk te vinden om laaggeletterden te herkennen en wordt het maar zelden bespreekbaar gemaakt. De complexiteit van de problematiek zorgt er voor dat het thema vaak over het hoofd wordt gezien door zorgverleners.
De resultaten laten zien welke kennis en handvaten de zorgverleners van instelling X nodig hebben om laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden beter te leren herkennen, bespreken en te integreren in de werkwijze.
Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden is er kwalitatief onderzoek verricht. Er zijn tien zorgverleners van instelling X geïnterviewd. Door de coronacrisis hebben deze interviews via online beeldbellen plaatsgevonden. Uit de resultaten van dit onderzoek is gebleken dat er te weinig structurele aandacht is voor het thema laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden. Er is onvoldoende kennis bij zorgverleners om laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden te herkennen en te bespreken. Daarbij zijn er weinig visuele hulpmiddelen aanwezig bij instelling X waar zorgverleners gebruik van kunnen maken. Tot heden wordt er voornamelijk gebruik gemaakt van mondelinge communicatie en schriftelijke communicatie. De houding ten opzichte van verbeteringen om de aanpak van laaggeletterdheid beter te integreren in de werkwijze van de zorgverleners is positief. In de resultaten en conclusie is er een koppeling gemaakt naar de geschetste probleemanalyse en is er een koppeling gemaakt naar de gebruikte theorieën in het theoretisch kader.
Gebaseerd op de resultaten van dit onderzoek zijn er aanbevelingen geschreven voor de zorgverleners, instelling X en organisatie Y om de aanpak van laaggeletterdheid te verbeteren en als vast thema te integreren binnen de geestelijke gezondheidszorg. Het onderzoek heeft plaatsgevonden binnen één instelling van organisatie Y. Vervolgonderzoek bij andere instellingen van organisatie Y kan daarom interessant zijn om meerdere resultaten en inzichten te verkrijgen. Het kan zijn dat andere zorgverleners van een andere instelling andere handvaten of kennis nodig hebben om de aanpak van laaggeletterdheid (nog) beter te integreren in de werkwijze van de zorgverleners.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Sociale Studies |
Datum | 2020-06 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |