Samenvatting

Het doel van dit onderzoek was de effecten van huifbedtherapie bij meervoudig gehandicapten beter te onderbouwen. Huifbedtherapie is het behandelen van patiënten, met uiteenlopende aandoeningen, door middel van het huifbed. Het huifbed is een stalen frame waartussen een zeil is uitgespannen. Onder het zeil staan de paarden. Direct op het zeil en indirect op de ruggen van de paarden liggen de patiënten.

Het onderzoek bestond uit twee delen, te weten het eerste deel literatuuronderzoek en het tweede deel pilotstudie. Het literatuuronderzoek was weer onderverdeeld in drie afzonderlijke delen, een deel literatuuronderzoek naar het huifbed zelf, een deel literatuuronderzoek naar verwante therapievormen en het laatste deel literatuuronderzoek naar een vragenlijst voor de pilot.

Uit het literatuuronderzoek naar het huifbed blijkt dat de therapievariabelen van huifbedtherapie bestaan uit het aannemen van verschillende houdingen en het instellen van de riempjes, waarmee het zeil aan het frame hangt. De therapie duurt gemiddeld twintig. De frequentie van de therapie varieert van een aantal keer per week tot dagelijks, gedurende jaren achter elkaar.
Het lijkt er op dat huifbedtherapie, door de bewegingen en de warmte van de paarden, een gunstige invloed heeft op tal van lichaamsfuncties. Een verhoogde spiertonus lijkt door de therapie verlaagd te worden, waardoor spierspasme kan verminderen. Het gastrointestinale systeem lijkt door de therapie geactiveerd te worden door de verbeterde darmperistaltiek, waardoor darmklachten zoals obstipatie verdwijnen of verminderen. Het cardiopulmonale systeem lijkt eveneens geactiveerd te worden, door de verbeterde doorbloeding en peristaltiek in de bronchiën waardoor sputum omhoog komt en de ademhaling verbetert. Bovendien lijkt de psychische toestand van zowel de patiënten als de ouders een grote positieve rol te spelen.

Uit het literatuuronderzoek naar verwante therapievormen blijkt dat hipppotherapie vier belangrijke elementen bevat, die allen tal van positieve effecten bewerkstelligen. Deze elementen bestaan uit de reflexinhiberende houdingen die op het paard aangenomen kunnen worden, de ritmisch alternerende driedimensionale beweging van de paardenrug, de voorziening van sensomotorische prikkels en de interactie tussen mens en paard. Deze afzonderlijke elementen en combinaties van deze elementen lijken een gunstige invloed te hebben op de houding, de tonus, de activatie van het zintuigsysteem, het evenwicht en de coördinatie, het looppatroon, het gewichtdragen en de conditie van de ruiter. Ook inwendige systemen lijken in positieve zin beïnvloed te worden, waarbij te denken valt aan een verhoging van de hartslag- en ademhalingsfrequentie gedurende de hippotherapiesessie, alsmede een verbetering van de maag-, darm- en urineperistaltiek tijdens en na de hippotherapiesessie. Door de interactie tussen mens en paard zijn bovendien belangrijke positieve psychische effecten te vermelden.
In de drie wetenschappelijk onderbouwde artikelen zijn significante verbeteringen gevonden na een interventieperiode van therapeutisch paardtijden in grip, energieverbruik, grove motorische functie en houding bij kinderen met Cerebral Palsy. Alle andere mogelijk behaalde resultaten werden niet significant bevonden.

Bij het literatuuronderzoek naar de vragenlijst leek de 15D een geschikte vragenlijst, doordat deze alle drie de dimensies van de definitie van Health Related Quality of Life (HRQoL) omvat. De geschiktheid en algemene toepasbaarheid, betrouwbaarheid, inhoud validiteit, construct validiteit en sensitiviteit zijn in vergelijking met andere HRQoL-vragenlijsten hoger.

De pilot werd uitgevoerd met een proefgroep en een controlegroep, elk bestaande uit acht meervoudig gehandicapte mannen in de leeftijd van vijfentwintig tot tachtig jaar. De proefgroep werd behandeld door middel van drie weken huifbedtherapie, de controlegroep werd niet behandeld middels huifbedtherapie. Beide groepen gingen tijdens het onderzoek verder met de therapieën, die ze normaal ook zouden krijgen. Zowel bij de proefgroep als bij de controlegroep vonden drie meetmomenten plaats. Een meetmoment voordat met de therapie begonnen werd, een meetmoment direct na het beëindigen van de drie weken durende therapie en een meetmoment twee weken na het beëindigen van de therapie.

Doordat een aantal vragenlijsten niet goed ingevuld was, konden er geen conclusies getrokken worden uit de resultaten van de vragenlijsten. Een aantal vragenlijsten was niet ingevuld, bij enkele ingevulde vragenlijsten waren vragen overgeslagen en sommige vragenlijsten waren op een andere datum ingevuld of door een andere begeleider.

SUMMARY

The purpose of this study was to substructure the effects of huifbedtherapie with plural handicapped. Huifbedtherapie is the treatment of patients, with a diversity of diseases, by means of the huifbed. The huifbed is an iron frame between what a sail was stretched. Underneath the sail are the horses standing. Directly on to the sail and indirectly on the backs of the horses are the patients.

The study consists of two parts, namely the first part literaturestudy en the second part pilotstudy. The literaturestudy was again subdivided in three separate parts, one part literaturestudy for the huifbed itself, one part literaturestudy for related therapies and the final part literaturestudy for the questionnaire for the pilot.

From the literaturestudy for the huifbed becomes evident that the therapyvariables of huifbedtherapie consist of taking up different postures and of adjusting the straps, with which the sail hangs on the frame. The therapy lasts twenty minutes average. The frequency of the therapy varies from a number of times a week to daily, for years in a row.
It seems that huifbedtherapie, through the movements and the warmth of the horses, has a favourable influence on a great number of bodyfunctions. An increased muscletone seems to decrease through the therapy, by which musclespasm can be reduced. The gastrointestinal system seems to be activated by the therapy through improved intestine peristaltic, through which intestine complaints like constipation disappear or lessen. The cardiopulmonal system seems to be activated as well, through the improved bleadstream and peristaltic of the bronches through which sputum is mobilised upward and the respiration improves. Besides the psychical situation from the patients as well as from the parents seems to be a big positive factor.

From the literaturestudy for related therapies becomes evident that hippotherapy contains four important elements, which all accomplish a great number of positive effects. These elements consist of reflexinhibating postures which can be taken up on the horse, the ritmic alternating three-dimensional movement of the back of the horse, the supply of sensomotoric simulations and the interaction between man and horse. These separate elements and the combination of these elements seem to have a favourable influence on posture, tone, activation of the sensesystem, equilibrium and co-ordination, walkingpattern, weightbearing and the condition of the rider. Likewise internal systems seem to be influenced in a positive way, by which is thought of raise of the heartbeat- and respirationfrequency during the hippotherapysession, and improvement of the stomach-, intestine- and urineperistaltic as well, during and after the hippotherapysession. Through the interaction between man and horse are important positive psychical effects to mention besides.
In the three scientifically substructured articles are significant improvements found after an interventionperiod of therapeutic horsebackriding in grip, energyconsumption, gross motor function and posture by children with Cerebral Palsy. All other possible gained results were not found significant.

From the literaturestudy for the questionnaire for the pilot becomes evident that the 15D seemed to be a suitable questionnaire, because it includes all three dimensions of the definition from the Health Related Quality of Life (HRQoL). The feasibility and general applicability, reliability, content validity, construct validity and sensitivity are compared with other questionnaires higher.

The pilot was done with a experimentgroup and a controlgroup, each consisting of eight plural handicapped male in the age of twenty-five to eighty years. The experimentgroup was treated three weeks by means of the huifbedtherapy, the controlgroup was not treated by means of the huifbedtherapy. Both groups went on with their normal therapies during the study. Both the by experimentgroup and the by controlgroup measuring moments took place. One measuring moment before starting the therapy, one measuring moment directly after the three weeks of therapy and an measuring moment two weeks after the termination of the therapy.

Because a number of questionnaire were not completed right, conclusions from the results of the questionnaires could not be drawn. A number of questionnaires were not completed, by a few questionnaires were some questions skipped, a number of questionnaires were completed on the wrong date or filled up by another companion