Samen op het juiste spoor: werken aan de onderlinge leerling-relaties in groep 6
Samen op het juiste spoor: werken aan de onderlinge leerling-relaties in groep 6
Samenvatting
Dit praktijkonderzoek, in het kader van de masteropleiding Special Educational Needs (SEN) aan de Fontys Hogeschool te Sittard, heeft aan de hand van twee deelvragen antwoord gegeven op de volgende onderzoeksvraag: "Wat is nodig in groep 6B van basisschool de C. om de huidige onderlinge leerling-relaties binnen de klas te optimaliseren?" Aanleiding voor het praktijkonderzoek was de verlegenheidsituatie van de leerkrachten uit groep 6B omtrent het sociaal functioneren van de leerlingen. De knelpunten die de leerkrachten omschreven konden onder één noemer worden gebracht, namelijk het onplezierige verloop van de sociale interacties binnen de groep. Gezien de zorgwekkende omstandigheden achtte ik het van belang dat het sociaal functioneren van de leerlingen voldoende aandacht zou krijgen. De doelstelling van het onderzoek was om door middel van een zelf ontworpen actieplan een standvastiger pedagogisch klimaat in groep 6B te creëren, waarin de onderlinge leerling-relaties minder negatief gekleurd zouden zijn. Dit doel deelde ik samen met Josine Pinckaers, medestudent van de masteropleiding SEN. Josine heeft zich het afgelopen jaar gericht op de andere groep zes, waarin ook zorgelijke signalen aanwezig waren. De maatschappelijke relevantie voor dit onderzoek lag bij het feit dat de leerkrachten en intern begeleider erg benieuwd waren naar de opbrengsten van het actieplan. De theoretische relevantie voor dit onderzoek bestond uit het zicht krijgen op elementen van een goed pedagogisch klimaat en deze ook weten toe te passen in de onderwijspraktijk. Ik heb literatuur bestudeerd op het gebied van groepen, groepsontwikkeling en groepsbevordering. De driesporenaanpak, afgeleid van de zessporenaanpak van Van Engelen (2011), vormde het uitgangspunt van waaruit het onderzoek is opgebouwd. Bij deze aanpak gaat het om het benoemen van nieuwe waarden en normen en het zich bewust worden van deze aspecten. Het actieplan, dat bestond uit positieve waarden en daarop aansluitende groepsbevorderende oefeningen, diende voor deze bewustwording te zorgen. Het praktijkonderzoek is evaluerend van aard. Middels dit type onderzoek heb ik getracht om vast te stellen in hoeverre de toegepaste interventies ook daadwerkelijk hebben geleid tot het gewenste effec
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Jaar | 2012 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |