Samenvatting

De Hoop wil meer inzicht krijgen in de betekenis van de kerk voor een ggz-cliënt. Dit is onderzocht op het niveau van de cliënt – behandelaar relatie in een poliklinische setting.

De literatuurstudie laat zien dat de visie op relationeel herstel past binnen een christelijk mens- en wereldbeeld. De drie-enige God heeft herstel van de totale mens op het oog en zijn herstel in zijn relatie met God werkt door in de relaties met jezelf, de ander en de omgeving. Door de Wmo zal De Hoop meer inzetten op informele zorg als onderdeel van het sociaal systeem van de ggz-cliënten. Laatstgenoemden zijn kwetsbaar t.a.v. gezondheid, armoede, eenzaamheid, zingeving en mantelzorg. De kerken zijn divers t.a.v. inzet, betrokkenheid & visie, dit maakt samenwerken lastig. Tevens ervaren ze het helpen van ggz-cliënten als zwaar.

Het praktijkonderzoek omvat afzonderlijke interviews van twaalf deelnemers; vier trio’s van een ggz-cliënt, ggz-behandelaar en kerkelijk betrokkene. De inzet van de kerkelijk betrokkene bestaat uit pastoraat, praktische ondersteuning, persoonlijke activering en sociale activiteit en is van betekenis voor de vier herstelrelaties van de ggz-cliënt. Belangrijk is tevens zijn houding en de ervaringsdeskundigheid. Een positieve betekenis ervaart de ggz-cliënt t.a.v eigenwaarde, klachten, verbondenheid met God en de ander, bevrijding van gebondenheid, van betekenis zijn en wederkerigheid.

De Hoop word geadviseerd om via het behandelplan in te zetten op brede inzet kerkelijke betrokkenheid als onderdeel van het sociaal systeem van de ggz-cliënt. Tevens zorg te dragen voor een professionele backup. Dit geeft een nieuw impuls aan de samenwerking met de kerken.