(HOOG)BEGAAFD IN DENEKAMP EN DAN NAAR HET TWENTS CARMEL COLLEGE
Op het Twents Carmel College locatie Denekamp heb ik onderzoek gedaan naar de onderwijsbehoeften van (hoog)begaafde leerlingen. Deze leerlingen worden door de basisschool voorgedragen als goede VWO leerlingen en vervolgens getest door het Centrum voor Hoogbegaafdheids Onderzoek uit Nijmegen (CBO). De …
2011Opvoeding & OnderwijsMaster
Motivatie om te leren!
Samenvatting: Het idee van dit meesterstuk is ontstaan naar aanleiding van een vraag uit de praktijk. Op het moment dat ik aan dit onderzoek begon, had ik drie leerlingen die onvoldoenderesultaten lieten zien tijdens het rekenen. Ik bedacht me dat deze onvoldoendes nooit goedkunnen zijn voor hun motivatie. …
2010Opvoeding & OnderwijsMaster
'Juf, vandaag wordt het een tien!': aan de slag met oplossingsgerichte technieken in het sbo
Meerdere malen per jaar komen op onze school vragen naar voren over het omgaan met gedragsproblematieken bij onze leerlingen. Eenmaal in aanraking gekomen met oplossingsgerichte technieken lijk ik een troef in mijn handen te hebben. Maar is dat daadwerkelijk zo? En geldt dat dan ook voor leerlingen …
2010Opvoeding & OnderwijsMaster
Het Stoplichtmodel.Beter belonen dan straffen
Bij veel straffen is dit vaak de schuld van de docent. Wanneer de docent de leerling op de juiste manier benaderd zal deze veel minder hoeven te straffen.
2010Recreatie, Beweging & Sport; …Bachelor
Positief leerkrachtgedrag
Het onderwerp voor dit onderzoek is voor mij geen moeilijke keuze geweest. Na het lezen van het boek: "Goed gedrag kun je leren" van Annemieke Golly kreeg ik al snel het idee, deze methode te gaan uitproberen in een groep op de Praktijkschool. Er is gekozen voor een actieonderzoek in een 2 jaars groep. …
2010Opvoeding & OnderwijsMaster
Kostprijsberekeningen.
De organisaties die deelnemen aan dit onderzoek behoren tot de branche gezondheids- en welzijnszorg. Deze organisaties onderzoeken welzijnsvraagstukken voor voornamelijk provincies en gemeenten. Zij zijn dan ook hun grootste inkomstenbronnen. Doordat deze organisaties voornamelijk worden betaald van …
2010Economie & Management; …Bachelor
Onderzoek naar de bekendheid van het CJG Meppel en de behoeftes van ouders en/of verzorgers
Sinds maart 2010 is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) geopend voor professionals en in juni 2010 is het feestelijk geopend voor publiek. Eén van de gestelde eisen die voor het CJG geldt, is dat ze advies en lichte hulp bieden aan ouders en/of verzorgers en jeugdigen door een laagdrempelig en fysiek …
2010Mens & MaatschappijBachelor
Verticale groepsindeling binnen de dagbehandeling van herlaarhof
Conclusies en aanbevelingen De groepsleiding van de dagbehandeling Okki en Pinokkio zal in de toekomst meer als één team gaan samenwerken. Daardoor zal er meer gebruik gemaakt kunnen worden van een verticale groepsindeling. In het literatuur- en praktijkonderzoek is naar voren gekomen hoe er gebruik …
2009Opvoeding & OnderwijsBachelor
Prestatiebeloning in de gehandicaptenzorg
Het verslag richt zich op de volgende vraagstelling: Kan prestatiebeloning in de sector gehandicaptenzorg een bijdrage leveren aan het verbeteren van de prestaties van medewerkers en wat is hiervoor de meest effectieve manier?
2009Economie & ManagementBachelor
Je maakt mij bang! : pmst bij het losmakingsproces in symbiotische relatie
Mijn vraagstelling is tot stand gekomen door mijn interesse voor psychomotorische systeemtherapie (PMST) en een deel van een gezin dat aangemeld werd voor psychomotorische therapie (PMT). De vraagstelling luidt als volgt: Wat is de specifieke bijdrage van PMST (psychomotorische systeem therapie) bij het losmakingsproces in een symbiotische relatie tussen moeder en zoon binnen een ambulante setting? Met deze vraag wordt inzichtelijk waarom PMST in deze casus wel of geen gepaste behandelmethode is. Het gezinsdeel dat aangemeld werd voor PMST, bestaande uit een moeder en zoon (10 jaar), hadden een symbiotische relatie. Dit betekende dat ze met elkaar verbonden waren, op een manier welke er voor zorgde dat zoon zich niet of nauwelijks verder kon ontwikkelen op bepaalde gebieden. Dit was onder andere zichtbaar in het aangaan van spannende en onbekende situaties, bijvoorbeeld alleen naar de winkel gaan of met vriendjes buiten spelen. In deze situaties werd moeder angstig, deze angst werd op haar zoon geprojecteerd, waardoor hij de angst ook ervoer. Ze beschermde haar zoon teveel en onthield hem daardoor van situaties die jongens van zijn leeftijd wel zouden moeten ervaren, zoals bijvoorbeeld zelfstandig een brood bij de bakker halen. Daarnaast had moeder geen controle over haar zoon wanneer hij boos of verdrietig was. Als hij boos werd liet hij dwingend gedrag zien, moeder wist niet hoe ze daarmee om moest gaan en koos voor de lieve vrede en reageerde niet op hem. Het gezinsdeel, is in totaal zeven maanden in therapie geweest. In die periode leerde moeder haar angsten onder controle te houden en werd haar zoon uitgedaagd om spannende en onbekende actiiteiten aan te gaan. Het contact tussen moeder en zoon werd verbroken, zodat de angsten van moeder niet of minder geprojecteerd werden op haar zoon. Toen moeder haar angst onder controle had, werd er plaats gemaakt voor het geven van complimenten en aanmoedigingen. Door de complimenten kreeg haar zoon steeds meer zelfvertrouwen. Hij durfde steeds moeilijkere en spannendere activiteiten uit te voeren en zei regelmatig dat hij ergens goed in was. Op een gegeven moment moest moeder de stapjes die gemaakt konden worden, om een activiteit makkelijker of moeilijker te maken, aangeven. Ze had inmiddels meer zicht gekregen op de vaardigheden van haar kind en kon inschatten welke activiteiten hij kon. Door een activiteit aan te passen, lukte het moeder om het elke keer een stapje moeilijker te maken. Moeder moest hem stimuleren om iets te laten doen wat spannend was. Het contact werd steeds beter. Moeder stimuleerde en complimenteerde haar zoon, ze maakten grapjes met elkaar en wanneer zoon om hulp vroeg, hielp moeder zoals haar zoon dat vroeg. Daarnaast leerde moeder vaardigheden die hielpen het dwingende gedrag van haar zoon in te dammen. Met behulp van een beloningssysteem en het geven van concrete opdrachten leerde moeder om haar zoon te laten doen, wat zij wou. Het dwingende gedrag verdween langzaam, moeder en zoon leken steeds meer op één lijn te liggen en gingen meer communiceren. Op momenten dat zoon iets niet wou doen, lukte het moeder om afstand te nemen en zijn aandacht te richten op iets anders. Tijdens de therapie werd gebruik gemaakt van een beloningssysteem, deze heeft moeder in een later stadium ook in de thuissituatie gebruikt. Zoon was hier vatbaar voor en liet minder dwingend en dwars gedrag zien. Ook lukte het moeder om meer afstand te bewaren op momenten dat zoon pijn had. Eerder zou ze hem troosten en kon hij zijn pijn gebruiken om te manipuleren. Later zag moeder in dat zoon zich vaak aanstelde en dat ze door afstand te nemen hem eerder in een andere situatie kon krijgen. Om bovenstaande te bereiken, werd gebruik gemaakt van diverse methoden. Om het dwingende gedrag te verminderen, is het straffen en belonen uit de behavioristische stroming gebruikt. Door moeder te laten oefenen met nieuwe vaardigheden met betrekking tot straffen en belonen, kon ze deze in het dagelijkse leven ook uitvoeren. Ook ervoer ze wat voor gevolgen bepaalde vaardigheden konden hebben. Dit is vervolgens gekoppeld aan de PMT-modaliteiten oefenen en ervaren. Na een theoretische verdieping en de ervaringen in de zaal kon een antwoord op de vraagstelling van deze afstudeeropdracht kome. Mijns inziens is PMST een meerwaarde bij deze casus geweest, omdat de angsten van moeder en zoon makkelijk in bewegingssituaties opgeroepen konden worden. Moeder en zoon konden daar tegelijkertijd mee leren omgaan, en ervoeren direct de gevolgen bij elkaar en zichzelf. Voor het oproepen van de angsten bij zoon, wat vervolgens moeders angsten opriep, was PMT een uitstekende therapie vorm. De angsten konden opgeroepen worden door spannende activiteiten aan te bieden, zoals een balanceeroefening. De activiteiten waren ook makkelijk te differentiëren, waardoor er gespeeld kon worden met niveauverschillen. Daarnaast was PMT een gepaste vorm om moeder in de praktijk te leren hoe ze situaties waarin ze angst ervoer moest aanpakken. In de behandeling werd zij gevraagd om activiteiten aan te passen op het niveau wat ze dacht dat haar zoon aankon. Juist doordat zij kon zien hoe haar zoon activiteiten uitvoerde, kon zij de activiteiten aanpassen door het makkelijker en moeilijker te maken. Het is vrijwel onmogelijk om pratend er achter te komen of een activiteit geschikt of ongeschikt is voor een kind en hoe hij zch zou gaan gedragen binnen een activiteit …
2009Mens & MaatschappijBachelor