Nieuwe Woonvormen. Experimenten van onderkantspecialisten voor bijzondere doelgroepen
In dit rapport, Nieuwe woonvormen voor bijzondere doelgroepen, staan bewoners centraal die moeite hebben met zelfstandig wonen in een reguliere woning. Ze worden als ‘bijzondere groepen’ aangeduid, in het bijzonder gaat het om daklozen, verslaafden, ex-gedetineerden, psychiatrische patiënten, mensen …
2010AlgemeenRapport
Dialoogspel ‘De jacht en het wachten...'
De dialoogkaarten 1 Kennismakingsles Creatieve kennismaking 2 Ervaar het maar… Introductieles in kunst, muziek en cultuur 3 Weten wat ik kan Op zoek naar voorkennis 4 ‘Mijn’ artistieke plan Leerwegondersteuning in de praktijk 5 Gelijk zijn aan elkaar Erbij horen 6 Veelzijdig zijn Coachen van creatieve …
2010AlgemeenBoek
'Leer mij het zelf te doen': het montessorimateriaal in relatie tot de (hoog)begaafde leerling
Samenvatting Het is de taak van de school in het kader van Passend Onderwijs, tegemoet te komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van o.a. de (hoog)begaafde leerling en tot een passend onderwijsaanbod te komen. Juist voor deze doelgroep is maatwerk belangrijk, omdat het gevaar bestaat dat de in potentie …
2010Opvoeding & OnderwijsMaster
'Zelfstandig werken?! Ik ben er even niet!'
Dit onderzoek gaat over zelfstandig werken en samenwerkend leren in de groep. Er is gekeken of het mogelijk is deze vormen zo te implementeren in de groep dat de leerkracht de tijd en ruimte krijgt om verlengde instructie te geven en remedial teaching binnen de groep. Allereerst is er gekeken wat er …
2010Opvoeding & OnderwijsMaster
'Zelfstandig aan het werk gaan dat kunnen alle kleuters': (met een beetje hulp).
Ik werk met kleuters op basisschool de Hien in Dodewaard en deze kleuters hebben wel een kiesbord, maar dit wordt niet veel gebruikt. Dit onderzoek is een proces naar zelfstandigheid met behulp van het kiesbord, wat later als planbord wordt gebruikt. Bij een planbord plannen de leerlingen zelf hun taakjes …
2010Opvoeding & OnderwijsMaster
Oplossingsgericht werken met een kind met het syndroom van Down
In het kader van mijn afstudeeropdracht van de Master Sen opleiding gedragsspecialist heb ik onderzoek gedaan naar de mogelijkheden die oplossingsgericht werken biedt om een kind met het syndroom van down te begeleiden. Hierbij het ik gewerkt met Sander, een jongen van 9 jaar die in verschillende situaties …
2010Opvoeding & OnderwijsMaster
Verticale groepsindeling binnen de dagbehandeling van herlaarhof
Conclusies en aanbevelingen De groepsleiding van de dagbehandeling Okki en Pinokkio zal in de toekomst meer als één team gaan samenwerken. Daardoor zal er meer gebruik gemaakt kunnen worden van een verticale groepsindeling. In het literatuur- en praktijkonderzoek is naar voren gekomen hoe er gebruik …
2009Opvoeding & OnderwijsBachelor
Zelfstandig worden doe je zo!
een onderzoek naar de zelfstandigheidstraining binnen Xonar regio Parkstad Limburg
2009Opvoeding & OnderwijsBachelor
Je maakt mij bang! : pmst bij het losmakingsproces in symbiotische relatie
Mijn vraagstelling is tot stand gekomen door mijn interesse voor psychomotorische systeemtherapie (PMST) en een deel van een gezin dat aangemeld werd voor psychomotorische therapie (PMT). De vraagstelling luidt als volgt: Wat is de specifieke bijdrage van PMST (psychomotorische systeem therapie) bij het losmakingsproces in een symbiotische relatie tussen moeder en zoon binnen een ambulante setting? Met deze vraag wordt inzichtelijk waarom PMST in deze casus wel of geen gepaste behandelmethode is. Het gezinsdeel dat aangemeld werd voor PMST, bestaande uit een moeder en zoon (10 jaar), hadden een symbiotische relatie. Dit betekende dat ze met elkaar verbonden waren, op een manier welke er voor zorgde dat zoon zich niet of nauwelijks verder kon ontwikkelen op bepaalde gebieden. Dit was onder andere zichtbaar in het aangaan van spannende en onbekende situaties, bijvoorbeeld alleen naar de winkel gaan of met vriendjes buiten spelen. In deze situaties werd moeder angstig, deze angst werd op haar zoon geprojecteerd, waardoor hij de angst ook ervoer. Ze beschermde haar zoon teveel en onthield hem daardoor van situaties die jongens van zijn leeftijd wel zouden moeten ervaren, zoals bijvoorbeeld zelfstandig een brood bij de bakker halen. Daarnaast had moeder geen controle over haar zoon wanneer hij boos of verdrietig was. Als hij boos werd liet hij dwingend gedrag zien, moeder wist niet hoe ze daarmee om moest gaan en koos voor de lieve vrede en reageerde niet op hem. Het gezinsdeel, is in totaal zeven maanden in therapie geweest. In die periode leerde moeder haar angsten onder controle te houden en werd haar zoon uitgedaagd om spannende en onbekende actiiteiten aan te gaan. Het contact tussen moeder en zoon werd verbroken, zodat de angsten van moeder niet of minder geprojecteerd werden op haar zoon. Toen moeder haar angst onder controle had, werd er plaats gemaakt voor het geven van complimenten en aanmoedigingen. Door de complimenten kreeg haar zoon steeds meer zelfvertrouwen. Hij durfde steeds moeilijkere en spannendere activiteiten uit te voeren en zei regelmatig dat hij ergens goed in was. Op een gegeven moment moest moeder de stapjes die gemaakt konden worden, om een activiteit makkelijker of moeilijker te maken, aangeven. Ze had inmiddels meer zicht gekregen op de vaardigheden van haar kind en kon inschatten welke activiteiten hij kon. Door een activiteit aan te passen, lukte het moeder om het elke keer een stapje moeilijker te maken. Moeder moest hem stimuleren om iets te laten doen wat spannend was. Het contact werd steeds beter. Moeder stimuleerde en complimenteerde haar zoon, ze maakten grapjes met elkaar en wanneer zoon om hulp vroeg, hielp moeder zoals haar zoon dat vroeg. Daarnaast leerde moeder vaardigheden die hielpen het dwingende gedrag van haar zoon in te dammen. Met behulp van een beloningssysteem en het geven van concrete opdrachten leerde moeder om haar zoon te laten doen, wat zij wou. Het dwingende gedrag verdween langzaam, moeder en zoon leken steeds meer op één lijn te liggen en gingen meer communiceren. Op momenten dat zoon iets niet wou doen, lukte het moeder om afstand te nemen en zijn aandacht te richten op iets anders. Tijdens de therapie werd gebruik gemaakt van een beloningssysteem, deze heeft moeder in een later stadium ook in de thuissituatie gebruikt. Zoon was hier vatbaar voor en liet minder dwingend en dwars gedrag zien. Ook lukte het moeder om meer afstand te bewaren op momenten dat zoon pijn had. Eerder zou ze hem troosten en kon hij zijn pijn gebruiken om te manipuleren. Later zag moeder in dat zoon zich vaak aanstelde en dat ze door afstand te nemen hem eerder in een andere situatie kon krijgen. Om bovenstaande te bereiken, werd gebruik gemaakt van diverse methoden. Om het dwingende gedrag te verminderen, is het straffen en belonen uit de behavioristische stroming gebruikt. Door moeder te laten oefenen met nieuwe vaardigheden met betrekking tot straffen en belonen, kon ze deze in het dagelijkse leven ook uitvoeren. Ook ervoer ze wat voor gevolgen bepaalde vaardigheden konden hebben. Dit is vervolgens gekoppeld aan de PMT-modaliteiten oefenen en ervaren. Na een theoretische verdieping en de ervaringen in de zaal kon een antwoord op de vraagstelling van deze afstudeeropdracht kome. Mijns inziens is PMST een meerwaarde bij deze casus geweest, omdat de angsten van moeder en zoon makkelijk in bewegingssituaties opgeroepen konden worden. Moeder en zoon konden daar tegelijkertijd mee leren omgaan, en ervoeren direct de gevolgen bij elkaar en zichzelf. Voor het oproepen van de angsten bij zoon, wat vervolgens moeders angsten opriep, was PMT een uitstekende therapie vorm. De angsten konden opgeroepen worden door spannende activiteiten aan te bieden, zoals een balanceeroefening. De activiteiten waren ook makkelijk te differentiëren, waardoor er gespeeld kon worden met niveauverschillen. Daarnaast was PMT een gepaste vorm om moeder in de praktijk te leren hoe ze situaties waarin ze angst ervoer moest aanpakken. In de behandeling werd zij gevraagd om activiteiten aan te passen op het niveau wat ze dacht dat haar zoon aankon. Juist doordat zij kon zien hoe haar zoon activiteiten uitvoerde, kon zij de activiteiten aanpassen door het makkelijker en moeilijker te maken. Het is vrijwel onmogelijk om pratend er achter te komen of een activiteit geschikt of ongeschikt is voor een kind en hoe hij zch zou gaan gedragen binnen een activiteit …
2009Mens & MaatschappijBachelor
Zelfstandig leren in het beroepsonderwijs. Beslissingsruimte en aard van de begeleiding door docenten.
Geen samenvatting beschikbaar
2009Opvoeding & OnderwijsRapport