Bewogen door emoties
Het gebruik van de dansaspecten bij kinderen met problemen in de emotieregulatieBewogen door emoties
Het gebruik van de dansaspecten bij kinderen met problemen in de emotieregulatieSamenvatting
Tijdens mijn derdejaarsstage bij Stichting Huis vol Compassie in Spierdijk, heb ik veel kinderen
behandeld die problemen hadden in de emotieregulatie. Zij uitten de negatieve emoties die ze
ervoeren, vaak in de vorm van woedeuitbarstingen en agressief gedrag.
Terugkijkend op de manier waarop ik de kinderen behandeld heb, ontdekte ik dat ik niet één bepaalde
manier van werken heb toegepast. Binnen de behandeling zag ik dat verschillende soorten
werkvormen werkzaam waren en ook lag bij elke behandeling de nadruk weer op een andere manier
van werken. Door de gebruikte werkvormen naast de dansaspecten te leggen, ontdekte ik dat elk van
de aspecten een bijdrage had gehad in de behandeling. Ook zag ik, dat de mate waarin elk aspect
voorkwam in de behandeling, per kind verschilde. Deze ontdekking heeft mij nieuwsgierig gemaakt
naar de manier waarop de verschillende dansaspecten bijdragen in de behandeling van kinderen met
problemen in de emotieregulatie.
Vanuit deze nieuwsgierigheid ben ik begonnen aan een literatuurstudie, waarin ik heb onderzocht
wanneer er sprake is van een abnormale emotionele ontwikkeling, hoe problemen in de
emotieregulatie kunnen ontstaan, wanneer er sprake is van agressief gedrag en welke methoden
worden toegepast om kinderen te leren met hun negatieve emoties om te gaan. Ook ben ik gaan
onderzoeken op welke manier creatieve therapie bijdraagt in het werken met emoties en hoe
danstherapie specifiek kan worden ingezet bij de doelgroep die ik wilde onderzoeken.
Aan de hand van dit vooronderzoek, kwam ik tot de volgende vraagstelling: ‘Waarom dragen de
dansaspecten bij in de behandeling van kinderen tussen de 8 en 12 jaar met problemen in de
emotieregulatie?’
Om deze vraag te beantwoorden, was een case-study het meest geschikt. Ik heb een casus uit mijn
stagejaar gekozen om te gaan analyseren volgens de grondslagen van de grounded theory. De casus
die ik heb gebruikt, ging over een twaalfjarig meisje met de diagnose ADHD dat ik aan het einde van
mijn stage heb behandeld. Dit meisje had problemen in de omgang met negatieve emoties. De
emoties die zij op een dag ervoer, kon zij moeilijk op het juiste moment en op de juiste manier uiten.
Ze kropte alle emoties op, om ze er aan het einde van de dag allemaal uit te gooien in de vorm van
een woede-uitbarsting. Ook had zij veel conflicten met haar vader. Onder haar boosheid lagen veel
gevoelens van onzekerheid en machteloosheid. Ook ervoer zij veel onrust in haar hoofd.
In het proces dat ik met haar heb doorlopen, is aandacht besteed aan het contact maken met het
lichaam, het controleren van de emoties aan de hand van ademhalingsoefeningen, het onderzoeken
van de emoties en kwaliteiten door middel van improvisatie en uiteindelijk het uiten van belangrijke
thema’s middels choreografieën.
De doelen die binnen de dans-bewegingstherapie zijn behaald, zijn:
• Het leren omgaan met (negatieve) emoties
• Het vinden van rust in het hoofd
• Het versterken van het zelfbeeld
• Het versterken van het autonomiegevoel
Nadat ik alle belangrijke gegevens rondom de behandeling van M. had verzameld, ben ik deze
gegevens gaan analyseren. Ik heb hiervoor gebruik gemaakt van de technieken ‘open coderen’,
‘axiaal coderen’ en ‘selectief coderen’.
Uit mijn analyse kwamen de volgende kerncategorieën:
• Gestructureerde lichamelijke oefeningen
• Improvisatie
• Bewustwording
• Rust vinden
• Expressie
• Vormgeving
• Relatie therapeut-cliënt
Ik heb vervolgens verbanden gelegd tussen deze kerncategorieën en de koppeling gemaakt naar de
dansaspecten. Aan de hand hiervan kon ik concluderen dat elk van de dansaspecten een bijdrage
heeft gehad aan het onderzoek. Het lichamelijke aspect heeft bijgedragen aan het proces van bewustwording, de ontwikkeling van het zelfbeeld en de autonomie en heeft M. handvatten gegeven om tot rust te komen en de emoties te controleren.
In het sociale aspect kon M. steun vinden om in contact te komen met zichzelf en in het lichamelijke
aspect te werken. Ook heeft het sociale aspect M. kunnen ondersteunen in haar
autonomieontwikkeling en heeft het haar de mogelijkheid gegeven expressief te zijn. Om het sociale
aspect goed tot zijn recht te kunnen laten komen, was het belangrijk dat er een goede therapeutische
relatie was en dat de therapeutische attitude was afgestemd op de behoeften van de cliënt.
In het expressieve aspect kon M. eerder ontdekte thema’s verder doorwerken en uiten, waardoor
opluchting kon ontstaan, haar zelfbeeld werd versterkt en haar gevoel van autonomie kon groeien.
Daarnaast werd in mijn onderzoek duidelijk, dat de drie aspecten niet los van elkaar staan. De
aspecten ondersteunen elkaar in hun functie en vloeien in elkaar over.
Daarnaast wordt in de casus zichtbaar, dat het bewegingsproces wordt ondersteund door meer
cognitieve reflectiemomenten en opdrachten. De meer cognitieve opdrachten, hebben M. vooral
ondersteund in het bewustwordingsproces.
Mijn onderzoek heeft er voor gezorgd dat ik de inzet van het medium beter kan afstemmen op de
behoeften van de cliënt.
Vervolgonderzoek kan zich er op richten, hetzelfde onderzoek bij een andere cliënt of een andere
doelgroep uit te voeren. Hierdoor zal meer (algemene) kennis ontstaan over de inzet en bijdrage van
de dansaspecten in de behandeling van een cliënt.
Organisatie | Zuyd Hogeschool |
Opleiding | Creatieve Therapie |
Afdeling | Faculteit Gezondheidszorg |
Datum | 2013-06-05 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |