Samenvatting

Vanuit GGZ Noord- en Midden Limburg en de PMT komt de vraag om zorg te kunnen monitoren. De PMT-module "omgaan met boosheid" wordt nu geëvalueerd door de cliënten aan de hand van een lijst met open vragen. De bedoeling is om middels een voor- en nameting aan de hand van een vragenlijst gericht op agressiehantering het effect van de PMT-module "omgaan met boosheid" te meten.
In het theoretisch kader zijn de relatie tussen zowel agressie en communicatie als agressie en verslaving beschreven. Watzlawick, Beavin en Jackson (1993) zien agressie als een vorm van communicatie, die opgelost kan worden middels metacommunicatie. Alcohol gebruik zorgt ervoor dat agressieve uitbarstingen langer duren (Miczek, DeBold, Van Erp & Tornatzky, 1997) en opvallende cues onevenredig geïnterpreteerd worden waardoor agressie eerder op kan treden (Wiers, 2000). Mannen vertonen meer agressief gedrag dan vrouwen door de stimulerende effecten die zij ervaren (Fillmore & Weafer, 2004)
Voor het onderzoek zijn criteria opgesteld vanuit de eindtermen van de PMT-module waaraan de vragenlijst moet voldoen. Hiervoor is onder andere de module beschreven en zijn de eindtermen geoperationaliseerd.
Uit de bestaande vragenlijsten gericht op agressiehantering is een selectie gemaakt, waarna er vier zelfrapportage vragenlijsten overgebleven zijn: Agressie Vragenlijst (AVL), Buss-Durkee Hostility Inventory (BDHI-D), NEO-Five Factor inventory (NEO-FFI) en Novaco Anger Scale (NAS-A).
De NAS-A scoort het best in de vergelijking met de criteria. Aanvullend met een vragenlijst op lichaamsbewustzijn zou deze vragenlijst het meest complete beeld geven van het effect van de PMT-module "omgaan met boosheid" van de verslavingskliniek Paschalis. Gezien de NAS-A aan dit criterium voor het monitoren van het effect van de PMT-module niet voldoet.