Wat is het effect van psychomotorische therapie voor kinderen met een verminderde weerbaarheid als gevolg van een lichamelijke beperking?
Wat is het effect van psychomotorische therapie voor kinderen met een verminderde weerbaarheid als gevolg van een lichamelijke beperking?
Samenvatting
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat gedragsproblemen bij kinderen met een lichamelijke beperking tweemaal vaker voorkomen dan bij kinderen uit de normpopulatie van 4 t/m 18 jaar. Door dit gegeven heeft de revalidatie steeds vaker te maken met kinderen die naast hun lichamelijke beperking ook psychische klachten hebben. Om aan deze groeiende behoefte te voldoen is Rijndam Revalidatiecentrum een pilot gestart naar de mogelijkheden van psychomotorische therapie in de kinderrevalidatie. De vraag naar resultaatmeting neemt tegelijkertijd steeds verder toe. De groeiende behoefte aan resultaatmeting voor deze doelgroep is de aanleiding geweest te starten met dit onderzoek.
Methode
Aan het onderzoek hebben 5 kinderen, in de leeftijd van 14 tot 18 jaar meegedaan, bestaande uit 3 jongens (m=16) en 2 meisjes (m=17). Om het effect in kaart te brengen zijn er een tweetal onderzoeksinstrumenten gebruikt tijdens een module 'weerbaarheidstraining' bestaande uit 8 sessies van elk 60 minuten. Om de individuele ontwikkeling van de cliënten in kaart te brengen is er aan het begin (de eerste 2 sessies) en aan het eind van de module (de laatste 2 sessies) de PsyMot ingevuld. Dit is een diagnostisch model voor PMT, speciaal ontwikkeld voor kinderen. Daarnaast is er een vragenlijst afgenomen die ontwikkeld is om de weerbaarheid van licht verstandelijk beperkte jongeren te meteni. Deze vragenlijst is afgenomen aan het begin en aan het eind van de module door zowel de deelnemers als hun groepsleerkrachten. Deze vragenlijst is voornamelijk afgenomen om de transfer naar andere contexten in kaart te brengen.
Resultaten
Er is een positieve ontwikkeling te zien in sociale vaardigheden van voor en na de module. Met name de groeiende competentiebeleving en de samenwerking + contact tussen de kinderen zijn zichtbaar in zowel de therapieruimte als in de klas. Deze veranderingen zijn minimaal. Een groeiende sociale weerbaarheid is vooral zichtbaar in de therapieruimte zelf, een transfer naar andere contexten blijkt moeilijker, zo blijkt uit de resultaten uit de vragenlijst.
Conclusie
De effecten van psychomotorische therapie lijken aanwezig te zijn. Beide meetinstrumenten tonen aan dat er veranderingen hebben plaatsgevonden in de interactie tussen de kinderen en is er sprake van een groei in competentiebeleving. De sociale weerbaarheid van de kinderen lijkt te zijn gegroeid, echter is dit niet zichtbaar is geworden voor de begeleiders. Hieruit kan men concluderen dat er lichte veranderingen hebben plaatsgevonden in specifieke vaardigheden, echter blijkt het lastig om deze vaardigheden ook in andere contexten toe te passen.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Human Movement & Sports |
Partner | Rijndam Revalidatiecentrum, Rotterdam |
Jaar | 2008 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |