De dood mag leven!
onderzoek naar wat mensen met een matig verstandelijke beperking nodig hebben aan begeleiding als er een dierbare naaste van hen overlijdtDe dood mag leven!
onderzoek naar wat mensen met een matig verstandelijke beperking nodig hebben aan begeleiding als er een dierbare naaste van hen overlijdtSamenvatting
Voor u ligt de scriptie die verslag doet van het onderzoek wat is uitgevoerd onder mensen met een matig verstandelijke beperking. Er is onderzocht wat zij nodig hebben als er een dierbare naaste van hen overlijdt. Deze dierbare naaste kan een familielid zijn, maar ook een medebewoner van de instelling. Het begrip dierbare naaste zit vooral in de betrokkenheid en relatie tot de overleden persoon.
Het onderzoek bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat een literatuurstudie. Het tweede deel een kleinschalig kwalitatief beschrijvend onderzoek.
In de literatuur bleek meer voorhanden te zijn, dan aanvankelijk gedacht. De vooronderstelling was, dat vanuit de literatuur over rouwverwerking een vertaalslag zou moeten worden gemaakt naar bovengenoemde doelgroep. Dit was niet nodig. Vandaar dat de informatie die van belang was is verwerkt in deze scriptie.
In het kleinschalig kwalitatief beschrijvend onderzoek is in eerste instantie door middel van interviews informatie verzameld bij de doelgroep zelf. In tweede instantie is er bij twee persoonlijk begeleiders van mensen uit deze doelgroep gevraagd naar hun ervaringen met overlijden, rouw- en stervensbegeleiding.
Zo is er een veelheid aan informatie verzameld vanuit de literatuur en vanuit de praktijk.
Vanuit deze verzameling aan informatie wordt een conclusie getrokken en aanbevelingen geformuleerd om de mensen met een matig verstandelijke beperking een zo goed mogelijke manier van begeleiding aan te kunnen bieden als er een dierbare naaste van het overlijdt. In het kort gezegd komt het er op neer dat de mens met een matig verstandelijke beperking er baat bij heeft om betrokken te worden bij het overlijden van een dierbare naaste. Het helpt bij acceptatie en verwerking als zij zelf kunnen aangeven wat zij prettig vinden om wel of niet te doen. Zelfs als zij het er moeilijk mee hebben, geven ze achteraf aan dat het fijn was betrokken te zijn geweest. Ondersteuning en advies van familie of - als die niet gegeven kan worden - de begeleiding is - zo blijkt uit dit onderzoek - heel belangrijk om de situatie aan te kunnen. De resultaten van het onderzoek kunnen uitkomst bieden om de dood bespreekbaar te maken tijdens het leven. Kortom: "DE DOOD MAG LEVEN!"
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Education |
Jaar | 2013 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |