Samenvatting

Met dit onderzoek ben ik gaan kijken naar de verschillende manieren van differentiëren binnen het onderwijs. Als vooronderzoek heb ik literatuur bestudeerd en een enquête afgenomen bij docenten uit het brugklasteam op het Christelijk College Groevenbeek. Naar aanleiding van deze bevindingen heb ik mij gefocust op niveaudifferentiatie. Ik wilde weten wat het effect zou zijn op het werken met een ander soort indeling van de leerstof. Ik vroeg mij af of leerlingen beter leren als ze op hun eigen niveau kunnen oefenen. Oorspronkelijk werkten we met een studiewijzer die voor alle leerlingen hetzelfde was. Hier wilde ik verandering in brengen. Ik heb een indeling gemaakt waarbij elke les een paragraaf werd behandeld. Vervolgens moesten de leerlingen een oefentoets maken en aan de hand van het cijfer dat werd behaald moest de leerling herhalingsopdrachten of verdiepingsopdrachten maken. Mijn onderzoeksvraag hierbij was als volgt: 'Wat is het effect van het werken met de aangepaste studiewijzer?' Om dit effect te kunnen meten heb ik diverse deelvragen geformuleerd:
- Wat vinden de leerlingen van het werken met de aangepaste studiewijzer?
- Wat vind ik als docent van het werken met de aangepaste studiewijzer?
- Wat zijn de resultaten van de leerlingen?
Om die vragen te beantwoorden zijn onder andere een enquête afgenomen. De resultaten zijn in verschillende verbanden weergegeven.
Uit de literatuur wat voor dit onderzoek onderzocht is blijkt dat het noodzakelijk is dat er moet worden gedifferentieerd. De vraag daarbij is dus niet of er gedifferentieerd moet worden maar hoe dit het beste kan gebeuren. Verder heeft het werken met de aangepaste studiewijzer inzicht gegeven in de niveauverschillen van de leerlingen. Dit kan goed gebruikt worden bij het bepalen van de vervolgrichting. Het maken van de oefentoets hebben de leerlingen als prettig ervaren. De leerlingen hebben zo een goed beeld gekregen van de stof die zij moeten kennen en ook van de bekwaamheid die zij op dat moment hadden.