Structuur als tweede natuur
praktijkgericht onderzoek naar de basisvoorwaarden voor structuur op schoolStructuur als tweede natuur
praktijkgericht onderzoek naar de basisvoorwaarden voor structuur op schoolSamenvatting
In dit onderzoek is antwoord gezocht op de vraag 'hoe kunnen de leerkrachten op het Hilfertsheem-Beatrix voldoen aan de basisvoorwaarden om structuur op school te realiseren?' De volgende kernonderwerpen worden als uitgangspunten gebruikt voor de deelvragen: het weten, kunnen en doen van leerkrachten en wat helpt als het om het kunnen voldoen aan de basisvoorwaarden voor structuur op school gaat (zie paragraaf 1.3).
De kernonderwerpen die vanuit de literatuur inhoud hebben gekregen worden in hoofdstuk 2 beschreven. De basisvoorwaarden zijn regels en routines en de manier waarop er met die regels en routines wordt omgegaan (zie paragraaf 2.1.2). Vanuit de literatuur blijkt dat leerkrachten, om aan de basisvoorwaarden voor structuur op school te kunnen voldoen, voor het kernonderwerp weten, zich bewust moeten zijn van een zestal reflectielagen voor gedrag (zie paragraaf 2.2.1) van Lagerwerf en Korthagen (2009). Het kernonderwerp kunnen (zie paragraaf 2.2.2) is gebaseerd op een vijftal houdingen: een leerkracht moet hoge verwachtingen hebben (Scott, 2011), een positief klimaat organiseren (Stronge et al., 2004; Akhtar & Akbar, 2011), positieve feedback kunnen geven (Scott, 2011), succeservaringen kunnen creëren voor zichzelf en voor anderen (Veenman, 2009) en kunnen bijdragen aan een leergemeenschap en deze kunnen onderhouden' (Stoll, Boam, McMahon, Wallace & Thomas, 2006). Het kernonderwerp doen (zie paragraaf 2.2.3) richt zich op vijf handelingen, namelijk: overbrengen, aanleren, inzetten/ gebruiken, belangrijk maken en naleven van regels en routines. Wat leerkrachten helpt om aan de basisvoorwaarden voor structuur op school te kunnen voldoen, zijn een aantal voorwaarden die op schoolniveau moeten zijn vastgesteld en afgestemd (zie paragraaf 2.2.4).
Bij dit onderzoek zijn in totaal 24 leerkrachten betrokken, 11 van de bovenbouw en 13 van de onderbouw. Er zijn in totaal 28 leerkrachten bevraagd, waarvan 4 leerkrachten niet hebben gereageerd.
Er wordt in dit onderzoek geconcludeerd dat de verschillen tussen de leerkrachten van de bovenbouw en van de onderbouw minder groot zijn dan eerder was aangenomen (zie paragraaf 1.1.3). Daarnaast is geconcludeerd dat beide onderzoeksgroepen de basisvoorwaarden voor structuur op school op dit moment niet volledig in de praktijk brengen en dat deze leerkrachten het nodig hebben om diepere kennis over de basisvoorwaarden te vergaren om de basisvoorwaarden wel volledig in de praktijk te kunnen brengen. De leerkrachten hebben het ook nodig om te kunnen beschikken over een duidelijke set aan regels en schoolbreed afspraken te hebben over hoe daarmee om te gaan. Wat ook wordt geconcludeerd is dat leerkrachten kennis hebben over bepaalde manieren van omgaan met regels en routines, maar dat deze leerkrachten die kennis niet omzetten in handelen.
Dit praktijkonderzoek bestaat uit een theoretisch en een praktisch onderzoek. Hoofdstuk 1 beschrijft wat de aanleiding is om dit onderzoek te doen en in hoofdstuk 2 wordt het theoretisch kader uiteengezet. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van het praktijkonderzoek weergegeven en in hoofdstuk 5 worden de conclusies en aanbevelingen beschreven.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Education |
Jaar | 2012 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |