Samenvatting

In dit onderzoek wordt onderzocht op welke manier het onvolledig automatiseren van rekenfeiten op CBS Aasterage kan worden verbeterd.

In kader van dit onderzoek is een literatuuronderzoek gedaan, zijn er observaties uitgevoerd en zijn gesprekken gevoerd met onderwijsprofessionals. Daarnaast zijn enquêtes uitgedeeld aan leerkrachten en bovenbouwleerlingen van CBS Aasterage.
Uit literatuuronderzoek blijkt dat leerlingen met automatiseringsproblemen volgens Ruijssenaars, Van Luit en Van Lieshout (2004) moeite hebben om eenvoudige bewerkingen uit te voeren. Volgens Henkens (2011) is het onvolledig automatiseren een landelijk probleem. Henkens (2011) stelt dat rekenmethodes, en daarmee in het verlengde ook leerkrachten, de laatste jaren te weinig aandacht hebben besteed aan het automatiseren. Dit gegeven blijkt ook uit dit praktijkonderzoek. Zo blijkt uit observaties dat 62% van de leerkrachten aandacht besteedt aan het automatiseren. Ook de leerlingen geven aan dat er niet dagelijks wordt geautomatiseerd. Maar liefst 83% van de leerlingen geven aan minder dan vijf keer per week te automatiseren. Verder blijkt uit dit onderzoek dat leerkrachten hun leerlingen goed monitoren op het gebied van automatiseren. Leerlingen worden bijvoorbeeld minimaal tweemaal per jaar getoetst. Bij het aanbieden van automatiseringssommen wordt echter te weinig gebruik gemaakt van de resultaten en analyses van de automatiseringstoetsen. Hierdoor wordt onvoldoende aangesloten bij de onderwijsbehoeftes van de leerlingen. Leerkrachten geven het lastig te vinden om goed aan te sluiten bij de onderwijsbehoeftes van de leerlingen. Ze zouden graag scholing willen over automatiseren en suggesties om het toe te passen.
Het is voor CBS Aasterage van belang dat er afspraken worden gemaakt over automatiseren en dat deze op worden genomen in een beleidsstuk.