Modern - Orthodox
hoe gaan geestelijk verzorgers om met spanningtussen de eigen levensbeschouwelijke identiteit en die van de cliënten op grond waarvan handelen zij?Modern - Orthodox
hoe gaan geestelijk verzorgers om met spanningtussen de eigen levensbeschouwelijke identiteit en die van de cliënten op grond waarvan handelen zij?Samenvatting
Het onderzoek komt voort uit ervaringen opgedaan als stagiair in de geestelijke verzorging waarbij ik in contact kom met cliënten met een orthodox-traditionele achtergrond. Waar ik met hen weliswaar protestantse wortels deel, ontdek ik mezelf steeds meer als 'modern' gelovige. Dat geeft mij een verlegenheid naar de praktijk toe. Hoe ga ik om met de verschillen, die soms ter tafel komen? Omdat ik over de omgang met die verschillen weinig praktijk-literatuur kan vinden blijft de vraag staan: hoe doen geestelijk verzorgers dat nu in de praktijk en op grond waarvan handelen ze dan?
Het kleinschalig, kwalitatief, beschrijvend onderzoek vindt plaats door middel van het voorleggen van een representatieve casus aan een aantal respondenten onder geestelijke verzorgers zowel met als zonder kerkelijke 'binding'. Zij verwoorden hoe zij zouden reageren, handelen naar aanleiding van een concrete vraag van een cliënt, waarbij het spanningsveld tussen 'modern' en 'orthodox-traditioneel' aan de orde is. De respondenten worden geïnterviewd over de casus en dit wordt digitaal opgenomen. De onderzoeksresultaten (de ruwe tekst van de interviews) worden verdeeld in fragmenten met de onderzoeksvraag als achtergrond. Vervolgens is een labelsysteem ontworpen, waaruit bepaalde thema's naar voren zijn gekomen (groepen labels onder één noemer) en een kernthema.
Tegelijkertijd beïnvloedt het lezen van -toch uiteindelijk gevonden, relevante- literatuur het labelingsproces en wordt gaandeweg met labels geschoven. In de praktijk blijkt dat dit een iteratief proces is: literatuur en labeling beïnvloeden elkaar wederzijds.
Eerst heb ik een eigen, eerste, analyse gemaakt van de onderzoeksresultaten. Vervolgens is uit de literatuur een aantal 'attenderende begrippen' naar voren gekomen. Ik heb deze begrippen gebruikt om na te gaan of en hoe ze passen op de verzamelde gegevens.
Opvallend is dat de geestelijk verzorgers langs veel verschillende wegen zoeken naar betekenis. Uiteindelijk schaar ik alle handelingen onder hermeneutisch communicatie: gericht op het verstaan, zowel het verstaan van de ander, als diens zelfverstaan en dat weer in relatie met belangrijke anderen. Bij het verbinden van het levensverhaal van de cliënt met de verhalen uit de christelijke traditie speelt de eigen levensbeschouwing van de geestelijke verzorger een rol, zo blijkt uit dit onderzoek. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat authenticiteit daarbij belangrijk is. Respondenten willen zowel recht doen aan de cliënt áls aan zichzelf. Grenzen worden serieus genomen. Deze worden, op een enkele uitzondering na, transparant gemaakt naar de cliënt.
Persoonlijke bewustwording van de eigen levensbeschouwelijke identiteit en de rol van eigen biografie lijkt op grond hiervan zeer belangrijk alsmede doorgaande reflectie op de praktijk. Opleidingen kunnen het belang hiervan onderstrepen door er tijdens het opleidingstraject nadrukkelijk aandacht voor te vragen. Tevens beveel ik aan in het beroepsveld de intra-religieuze dialogische kwaliteit door middel van extra training of cursussen verder te bevorderen.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Education |
Jaar | 2011 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |