Werkgeheugen en wiskunde
Werkgeheugen en wiskunde
Samenvatting
In het navolgende onderzoek is onderzocht of de omvang en werking van het werkgeheugen van een leerling van invloed is op de prestaties van zo’n leerling bij wiskunde.
In het onderwijs proberen docenten en didactici steeds meer rekening te houden met de ontwikkelingsstadia van het puberbrein. Er is in binnen- en buitenland al zeer veel onderzoek gedaan naar de werking van het brein in allerhande omstandigheden en in verschillende ontwikkelingsstadia. De uitkomsten van die onderzoeken doen vermoeden dat onderwijs niet noodzakelijkerwijs bij die ontwikkelingsstadia aansluit. Het onderzoek was opgezet aan de hand van de volgende onderzoeksvraag:
In hoeverre is er een verband waarneembaar tussen de grootte en werking van het werkgeheugen van 5 leerlingen uit VWO 3 en hun prestaties op een wiskundetoets?
Hierbij zijn twee deelvragen onderzocht, namelijk:
Hoe is de werking en omvang van het werkgeheugen van de 5 leerlingen uit VWO 3 die zich voor dit onderzoek aanmelden vast te stellen?
En vervolgens:
Wat kunnen we afleiden uit de literatuur over de wijzen waarop de 5 leerlingen uit VWO 3 hun werkgeheugen inzetten tijdens het maken van wiskundige opdrachten?
De eerste deelvraag is beantwoord door leerlingen te onderwerpen aan valide testen. Voor dit onderzoek werden delen van de WISC-III-NL en de CELF-4-NL intelligentietests gebruikt. Deze tests doen behalve op het werkgeheugen, ook een beroep op aandacht en concentratie. Dit zijn executieve functies van het brein die onlosmakelijk met een goed functionerend werkgeheugen verbonden zijn.
De tweede deelvraag is onderzocht door middel van een literatuuronderzoek. Aan de hand van de literatuur is vervolgens een wiskunde toets gemaakt die specifiek is ontworpen om per gemaakt onderdeel een relatie met de belasting van het werkgeheugen te kunnen maken.
Het combineren van de testresultaten en de toetsresultaten leverde vervolgens de benodigde informatie.
Het meest in het oog springend was dat een goed ontwikkeld werkgeheugen vooral de verwerkingssnelheid bij de leerling stimuleert. Verder zijn er nog vergelijkingen gedaan tussen jongens en meisjes en op de score op specifieke opgaven met betrekking tot de testresultaten.
Een interview dat na afloop van de tests en toets met elke deelnemer werd afgenomen liet zien dat een leerling niet altijd de bij hem of haar passende methodes gebruikt en dus van relatief weinig inzicht in de eigen ontwikkeling blijk geeft.
Een mogelijk vervolgonderzoek zou gebruik kunnen maken van dezelfde onderzoeksopzet maar dan een complete jaarlaag onderzoeken om statistisch verantwoorde conclusies te kunnen trekken. Wel moet per jaarlaag de opzet van de wiskundetoets op niveau worden aangepast om te voorkomen dat deelnemers op kennis afhaken in plaats van op fysiologische onmogelijkheden.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Opleiding | Lerarenopleiding Wiskunde |
Afdeling | Domein Bewegen en Educatie |
Partner | Greijdanus College te Zwolle |
Datum | 2017-12-19 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |