Samenvatting

Vier tot vijf procent van de totale Nederlandse bevolking heeft lichamelijke klachten waarvoor geen medische oorzaak gevonden kan worden. Daartoe horen de psychosomatische klachten die lijken te worden veroorzaakt of verergerd door psychische factoren en niet door een bepaalde ziekte. Vaak ontstaan deze klachten bij stress of heftige levensgebeurtenissen. Voor mensen met een verstandelijke beperking ligt dat percentage zelfs nog veel hoger. Door de cognitieve, sociale en emotionele beperkingen is de doelgroep vatbaarder voor stress en lichamelijke klachten. Door de beperkingen van de doelgroep moet de behandeling in de psychomotorische therapie worden aangepast om een zo goed mogelijk resultaat te behalen.
Mevrouw J. wordt voor psychomotorische therapie bij mij aangemeld. Ze heeft een verleden van seksueel misbruik en heeft een matige verstandelijke beperking. In haar dossier lees ik dat ze al tien jaar psychosomatische klachten heeft en de afgelopen maanden klaagt over duizeligheid. Ze denkt zelf dat dit een evenwichtstoornis is. Medisch is geen fysieke oorzaak gesteld. Ze loopt met ondersteuning of krukken. Wanneer we gaan tafeltennissen komt er schot in de behandeling. Tijdens dit spel heeft ze steun aan de tafel, is ze zelfstandig bezig en op een speelse manier in beweging. Dit gaat goed, ze haalt elk balletje en rent achter de balletjes aan. Maar als ik vraag "zullen we even op de bank gaan zitten?" zegt ze: "Wil je me even helpen?"(het is hooguit 4 meter).