Docent in de zorgklas
professional in 5 rollenDocent in de zorgklas
professional in 5 rollenSamenvatting
In augustus 2014 moeten de scholen klaar zijn voor passend onderwijs. De scholen dienen ervoor zorgen dat alle leerlingen een goede plaats krijgen in het onderwijs. Scholen worden nu al geconfronteerd met leerlingen die speciale onderwijsbehoeften hebben.
Op de school waar de onderzoeker werkt, wordt sinds 1997 uit eigen middelen zorgklassen geformeerd. In deze klassen ( één in leerjaar 1 en één leerjaar 2) worden leerlingen begeleid waarvan gezien hun leermogelijkheden verwacht mag worden dat ze een diploma zullen halen van VMBO TL, Havo of VWO.
Om in deze klassen goed te kunnen werken, wordt van de docenten verwacht dat zij de nodige docentvaardigheden bezitten om de leerlingen in de zorgklas goed te kunnen begeleiden. De docent staat centraal in dit onderzoek. Dit onderzoek heeft als doel dat de school zicht krijgt op welke docentvaardigheden een docent moet hebben die lesgeeft in de zorgklas. Daarnaast is het de bedoeling dat de school zicht krijgt op hoe de huidige docenten deze vaardigheden toepassen. Uit dit onderzoek worden ook de ondersteuningsbehoeften van de docenten duidelijk. Dit laatste kan de school gebruiken om tot een goede invulling te komen voor de na- en bijscholing van deze docenten.
In het Theoretisch Kader wordt vanuit de literatuur aangegeven wat de docenten moeten kunnen. De docentenvaardigheden worden gevonden in de vijf rollen van de docent (Slooter, 2009). Daarnaast wordt in de literatuur gezocht naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen die in de zorgklas geplaatst worden. De leerlingen in de zorgklas hebben speciale onderwijsbehoeften. De literatuur geeft aan dat deze behoeften zijn:
1. structuur aangeven
2. duidelijk zijn in woordgebruik
3. duidelijk aangeven wat er verwacht wordt van de leerling en wat er in de les gedaan wordt
(Bruin, 2004; Leenders en Clijssen, 2006; Lieshout, 2009).
Het onderzoek is gedaan aan de hand van vragenlijsten die door docenten, leerlingen, ouders met de leerlingen zijn ingevuld en door een observatie in de les uitgevoerd. Uit de resultaten is de conclusie te trekken dat de ondersteuningsbehoeften van de docenten liggen op volgende aspecten:
1. Evalueren van de les met de leerlingen
2. Een samenvatting of overzicht geven van de les
3. Feedback geven aan de leerlingen tijdens het werken
4. Complimenten geven
5. Zorgen dat de les op tijd afgesloten wordt zodat de agenda kan worden ingevuld
6. Een gesprek aangaan met leerlingen voordat de les begint
7. Zorgen voor een veilige sfeer.
De school doet er goed aan om deze onderdelen in de plannen voor na- en bijscholing te verwerken. Voor deze docenten is het voor hun werk van groot belang dat ze regelmatig overleg hebben over de begeleiding van de leerlingen tijdens de lessen. Hierdoor kunnen zij veel meer toekomen aan het planmatig werken in de zorgklas en kunnen zij de cyclus van signaleren tot evalueren veel beter hanteren (Dulk, 2008; Pameijer e.a.; 2009).
Daarnaast zal de school kritisch moeten blijven kijken naar het effect van de samenstelling van de zorgklas.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Education |
Datum | 2013-07-04 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |