Samenvatting

“Hoe geven scholen met goede praktijk vorm aan het leesonderwijs?” is de centrale vraag waar dit onderzoek een aantal antwoorden op geeft. In een vooronderzoek werden scholen gezocht waarvan de leerlingen hoog scoren op leesmotivatie en/of een test begrijpend lezen. In drie goede praktijkscholen worden observaties uitgevoerd, documenten geanalyseerd en met leerkrachten en beleidsmakers gesproken om de aanpak van het lezen te verhelderen. Allington (2002) verrichtte gelijkaardig onderzoek en stelde vast dat scholen met goede praktijk verschillen op 6 aspecten van het leesonderwijs: ‘Time, Text, Teach, Talk, Tasks, Test’. Dit onderzoek kijkt hoe goede praktijkscholen in Vlaanderen met deze 6 T’s omgaan. “Text” (frequent bibliotheekbezoek met autonome boekenkeuze voor de leerlingen) en “Teach” (het directe instructiemodel) zijn kenmerken van de aanpak van deze scholen. Het aspect ‘Time’ sluit in mindere mate aan bij de inzichten van Allington. Bovendien schatten de leraren de leestijd van de kinderen in ruime mate hoger in dan de reële tijd die kinderen effectief lezen. Opvallend in dit onderzoek is dat alle deelnemende leraren lezen voor hun plezier. Deze positieve leesattitude beïnvloedt het leesgedrag van de kinderen ( Mc Cool & Gespass , 2009). De instrumenten uit dit onderzoek worden ter beschikking gesteld, zodat scholen het eigen leesonderwijs kunnen onderzoeken. Vanuit het theoretische kader en de aanbevelingen in dit onderzoek kunnen scholen het eigen leesbeleid bijstellen.