Telt de ervaring?
Een onderzoek naar opvattingen over ervaringsdeskundigheid binnen RIBW GOTelt de ervaring?
Een onderzoek naar opvattingen over ervaringsdeskundigheid binnen RIBW GOSamenvatting
Dit onderzoek is gericht wat ervaringsdeskundigheid is en op de opvattingen die er heersen binnen RIBW Groep Overijssel met betrekking tot ervaringsdeskundigheid met als doel te verduidelijken hoe hier over wordt gedacht. De inzet van ervaringsdeskundigheid wordt steeds verder uitgebreid binnen RIBW Groep Overijssel. Ondanks dat de Raad van Bestuur van teams verwacht dat ze een vorm van ervaringsdeskundigheid aan bieden, lijkt voor de begeleiders A, B, C en de ervaringsdeskundigen niet geheel duidelijk te zijn hoe dit moet, welke kaders daarbij horen en waar een ervaringsdeskundige staat binnen het team. Het komt neer op de vraag: wat is ervaringsdeskundigheid en telt de ervaring van de ervaringsdeskundige voor de reguliere begeleiders, cliënten en ervaringsdeskundigen zelf? Achtten zij dit van meerwaarde? Hoe denken deze groepen eigenlijk over ervaringsdeskundigheid?
Aan de hand deze onderzoeksvraag zijn deelvragen opgesteld. Hierbij was aandacht voor wat ervaringsdeskundigheid is en wat de opvattingen over ervaringsdeskundigheid van de reguliere begeleiders, ervaringsdeskundigen en cliënten zijn. Er is een literatuurstudie verricht om de termen en context duidelijker te krijgen en opvattingen over ervaringsdeskundigheid te achterhalen vanuit andere onderzoeken. Voor dit onderzoek zijn tevens twee enquêtes gemaakt, één voor de cliënten en één voor de medewerkers. Die voor de medewerkers is opgesplitst in de reguliere begeleiders (begeleiders A, B en C) en ervaringsdeskundigen. Dit is zo gedaan om zo veel mogelijk mensen, op een voor de respondenten veilige en makkelijke manier, te bevragen over de opvattingen die zij hebben. Dit is gedaan doormiddel van onder andere: stellingen, termen en toelichten van ervaringen.
Vanuit de literatuur kwam naar voren dat ervaringsdeskundigheid past bij de ontwikkelingen in het werkveld die zich richten op hertel en participatie, zoals de herstelbeweging en ambulantisering. De antipsychiatrie was het begin van deze beweging, gericht op de cliënt als expert. De financiering van ervaringsdeskundigheid blijkt vaak lastig in de praktijk, doordat het beroep pas sinds kort erkent is en nog niet is toegevoegd aan de tijdschrijvende beroepen van de DBC-beroepentabel. Het thema herstel is onlosmakelijk verbonden met ervaringsdeskundigheid. Met het herstel wordt bedoeld: het leven voorbij de aandoening. Andere belangrijke concepten met betrekking tot ervaringsdeskundigheid zijn stigma‘s, empowerment en paradoxen omtrent ervaringsdeskundigheid. Zoals de versterking van stigmatisering door de deskundigheid te sterk te baseren op één aspect van iemands (gestigmatiseerde) identiteit. Ook kunnen ervaringsdeskundigen cliënten (onbedoeld) wijzen op de lange weg die ze nog moeten afleggen.
Uit de resultaten van dit onderzoek is gebleken dat er een grote variatie is in opvattingen onder de respondenten. De opvattingen worden veelal gekleurd door of er eerder contact is geweest en hoe dit contact is ervaren. Hoe negatiever het contact is ervaren, hoe negatiever de respondenten tegen over ervaringsdeskundigheid staan. Ook het ontbreken van contact leidt tot meer negatieve opvattingen over ervaringsdeskundigheid. Waar de meerderheid van de respondenten het wel over eens zijn, is het ontbreken van een duidelijke rol en de meerwaarde van ervaringsdeskundigheid in de praktijk. Andere onderzoek binnen andere instellingen staven de mening van de meerderheid van de respondenten.
Ter discussie staat de betrouwbaarheid van de resultaten door de grote variatie in de hoeveelheid respondenten en de interpretatie van de vragen die kan verschillen. Aanbeveling aan RIBW Groep Overijssel is om de resultaten van het onderzoek mee te nemen in eventuele overleggen en besluiten betreffende ervaringsdeskundigheid en de implementatie hiervan. Het bereiken van de cliënten was lastig, daarin is ook de aanbeveling om de communicatiewegen uit te breiden en meer onder de aandacht te brengen bij de cliënten. Tot slot luidt het advies om te gaan inventariseren in hoeverre er sprake is van ervaringskennis onder reguliere begeleiders en de bereidheid om hier wat mee te doen. Met daarbij de kanttekening om dit zorgvuldig te kaderen om ervoor te zorgen dat het specifieke van de ervaringsdeskundigheid niet verdwijnt.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Opleiding | Maatschappelijk Werk en Dienstverlening |
Afdeling | Domein Gezondheid en Welzijn |
Partner | RIBW Groep Overijssel |
Datum | 2016-06-21 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |