Moet dat nou?!
motivatietechnieken bij onvrijwillige cliënten met een licht verstandelijke beperkingMoet dat nou?!
motivatietechnieken bij onvrijwillige cliënten met een licht verstandelijke beperkingSamenvatting
Binnen de doelgroep licht verstandelijk beperkte jongeren komt het in therapie geregeld voor dat de jongeren niet gemotiveerd zijn om te komen. Dit heeft vaak te maken met het feit dat zij niet vrijwillig naar therapie komen, maar gestuurd worden door groepsleiding, ouders, voogden of andere betrokkenen.
Jongeren met een licht verstandelijke beperking hebben vaak een laag zelfbeeld en weinig inzicht in hun eigen problematiek.
Er zijn verschillende motivatiestrategieën te vinden in theorie. Enkele zijn; de verwachtingen *waardetheorie (Tolman, 1932), The Hierarchy of Needs model (Maslow, 1954), het Stage of change model (Prochaska & DiClemente, 1983) en de acht motivatiestrategieën (Miller en Rollnick, 2005).
Binnen deze casestudy is er gewerkt met het Stage of change model (Prochaska & Diclemente, 1983) en met de acht motivatiestrategieën (Miller en Rollnick, 2005). Deze zijn toegepast binnen de therapie van een 15-jarige jongen met een licht verstandelijke beperking en agressieregulatieproblematiek. Deze jongen komt onvrijwillig in therapie.
Door te werken met motivatiestrategieën is geprobeerd om deze jongen meer inzicht te geven in zijn eigen problematiek. Met uiteindelijk doel dat de jongen meer gemotiveerd naar therapie gaat en inziet dat hij daar iets kan leren.
De therapeut heeft gewerkt vanuit de voorbeschouwingfase die in het model van Prochaska en Diclemente (1983) wordt beschreven. De voorbeschouwingfase houdt in dat de cliënt zich nog niet bewust is van het probleem en ze niet overwegen om zijn gedrag te veranderen.
Daarbij heeft de therapeut vanuit de acht motivatiestrategieën gebruik gemaakt van het geven van gerichte feedback op de risico's en de consequenties die het probleemgedrag met zich mee kan brengen. Daarnaast is de therapeut actief betrokken geweest bij het proces van de cliënt. De cliënt werd onvoorwaardelijk geaccepteerd en zijn probleemgedrag werd niet negatief of positief benadrukt.
Door te werken vanuit een de beschreven attitude is er verandering opgetreden bij de cliënt. Elke week heeft de cliënt een formulier ingevuld waarin zijn motivatie en inzicht van zijn problematiek gemeten werd. Hierdoor konden ontwikkelingen goed bijgehouden worden.
Vanuit de de metingen is naar voren gekomen dat de cliënt zijn motivatie gestegen is, op schaal van 0 tot 10, van een 0 naar een 8.
In de zaal was er qua gedrag ook verandering te zien. De cliënt kwam vaker op tijd, waar hij eerder regelmatig een kwartier te laat kwam. Daarnaast geeft de cliënt aan vrolijker te zijn en zich prettiger te voelen. Dit is ook tijdens therapie te zien. Zijn houding is positief veranderd. In het begin had de cliënt vaak een pet op en hield hij zijn jas aan als hij de zaal binnenkwam. Hij ging dan op de bank zitten en wachtte af wat er ging gebeuren.
Aan het eind van de therapiesessies had de cliënt zijn pet af, deed zijn jas uit en ging niet meteen zitten. Hij gaf enkele keren aan wat hij wilde doen en maakte een praatje over wat hij op school had gedaan.
Het inzicht van de cliënt is vergroot en hij geeft ook aan dat hij wat leert bij therapie.
Aan de hand van deze casus kan geconcludeerd worden dat er door middel van motivatiestrategieën ontwikkeling is te zien bij deze cliënt.
Door een andere attitude en aanpak van de therapeut kan er ook verandering optreden bij de cliënt. Aansluiten bij de belevingswereld van de cliënt is hierbij erg belangrijk.10001016681381
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Human Movement & Sports |
Jaar | 2009 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |