Hulpverlening aan huishoudens met complexe en meervoudige problemen
een verkennende literatuurstudie naar de problematiek en de hulpverleningHulpverlening aan huishoudens met complexe en meervoudige problemen
een verkennende literatuurstudie naar de problematiek en de hulpverleningSamenvatting
Bij de afdeling “Maatschappelijk Ontwikkeling” van de gemeente Zwolle is in 2008 het plan opgevat
om de organisatie van de hulpverlening aan gezinnen en personen waarin sprake is van
multiproblematiek, te verbeteren. Multi-probleem huishoudens hebben veelal meerdere hulpverleners,
maar de coördinatie van de hulpverlening laat te wensen over. Uitgangspunt van de pilot is dat een
aantal huishoudens, dat dicht bij elkaar gehuisvest is met een gerichte aanpak wordt benaderd en met
een coördinator die dichtbij deze mensen gehuisvest is, onder de noemer “1 huishouden, 1 plan, 1
hulpverlener(steam)”. De voorlopige naam van dit project is “pilot Palestrinalaan”.
In dit onderzoek staan 2 vragen centraal:
1. Welke hulpverlening behoeven deze multiprobleem huishoudens?
2. Welke kansen/valkuilen liggen er in het idee van 1 huishouden, 1 plan, 1 hulpverlenersteam?”
Door middel van literatuurstudie en een werkbezoek wordt antwoord gegeven op deze vraag.
Een multiprobleem huishouden is een huishouden, bestaande uit 1 of meerdere mensen, die te
kampen heeft met meerdere problemen op verschillende leefgebieden. Deze problemen versterken
elkaar, waardoor de situatie complex en chronisch (vaak transgenerationeel) wordt. Er is hulp
beschikbaar, maar deze hulp moet worden gezocht bij verschillende organisaties (vaak 1 organisatie
voor 1 probleem op 1 leefgebied); dikwijls wordt de hulpvraag (te) laat gesteld. De hulpverlening schiet
te kort doordat de hulp zich richt op deelproblemen van het huishouden en de hulp te snel moet
worden afgesloten; de mensen die de hulp ontvangen zijn onvoldoende in staat om de regie te voeren
over de hulpverlening; het resultaat van de hulp beklijft onvoldoende. De ervaring met de
hulpverlening lijdt vaak tot machteloosheid bij zowel het MPH als bij de hulpverleners.
Diverse initiatieven om de hulpverlening in Nederland aan MPH te verbeteren worden gekenmerkt
door oprichting van coördinatiepunten, aanwijzen van contactpersonen, vaste werkwijzen,
beschrijvingen van verantwoordelijkheden, gestructureerde overlegvormen. Men wil vooral de
organisatie van de hulp verbeteren.
Uit onderzoek blijkt dat een integrale aanpak van MPH (Enschede, Kampen) door middel van het
aanstellen van een casemanager of contactpersoon succesvol kan zijn om de situaties van de MPG te
stabiliseren en soms te verbeteren. Juist door weinig strakke doelstelling, geen output productieafspraken,
en door heldere communicatie lijkt het te lukken een groep MPH een basisopvang te
bieden. Vooral het outreachende karakter maakt dat de cliënten vertrouwen houden in de
hulpverlening.
De pilot Palestrinalaan biedt zeker kansen om de vicieuze cirkel van frustraties bij MPH en de
hulpverlening van MPH te doorbreken: een hulpverlener(steam) op locatie getuigt van een vergaande
vorm van outreachende hulpverlening. Enkele belangrijke voorwaarden zijn: breed draagvlak bij de
samenwerkende hulpverleningsinstanties, aandacht voor continuïteit van de hulpverlener op locatie,
niet te hoge caseload van de hulpverlener op locatie, niet te hoge verwachtingen op gebied van
kostenbesparing. Laatste en de meest belangrijk punt van aandacht is dat ‘snel succes’ niet verwacht
mag worden – de doelstelling van de pilot moet zich richten op lange termijn.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Domein Gezondheid en Welzijn |
Lectoraat | De gezonde stad |
Datum | 2009-01-01 |
Type | Rapport |
Taal | Nederlands |