De luchtaanval in Kunduz
Targeting en oorlogsrechtDe luchtaanval in Kunduz
Targeting en oorlogsrechtSamenvatting
Op 4 september 2009 voerde ISAF in Kunduz een luchtaanval uit op twee door de Taliban gekaapte
tankwagens. Via deze casus worden oorlogsrechtelijke kwesties van targeting aangesneden. Het enkele
feit dat achteraf blijkt dat bij een aanval (veel) burgerslachtoffers zijn gevallen, betekent op zich geen
schending van het oorlogsrecht. De feiten en omstandigheden ten tijde van de aanval zijn bepalend.
Alleen militaire doelen mogen worden aangevallen. Een commandant moet zich vergewissen van het
militaire karakter van zijn aanvalsdoel. Bij zo’n aanval kan zelfs nevenschade aan burgers of burgerobjecten
worden voorzien. Deze nevenschade is niet per definitie verboden. Zoals bij Kunduz, is ze soms niet te
voorzien. Als ze wel voorzien is, moet ze beperkt worden. Als de nevenschade excessief is ten opzichte van
het verwachte militaire voordeel, is ze verboden. De‘ruimte’die het oorlogsrecht biedt, kan verder (stevig)
worden ingeperkt via Rules of Engagement (ROE). Vooral in counterinsurgencies zoals ISAF is dit aan de orde.
Gepubliceerd in | Militaire spectator Koninklijke Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap, Breda, Vol. 179, Uitgave: 10, Pagina's: 493-506 |
Jaar | 2010 |
Type | Artikel |
Taal | Nederlands |