Samenvatting

Naar verwachting zal de Omgevingswet in 2018 in werking treden. Deze wet biedt meer mogelijkheden voor het borgen van milieukwaliteit in ruimtelijke plannen dan de huidige Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer, omdat in het wetsvoorstel zowel de milieuwetgeving als de ruimtelijke ordeningsregeling in één geheel is opgenomen. De huidige kernbegrippen: ‘bestemmingsplan’, ‘milieukwaliteitseisen, en een ‘goede ruimtelijke ordening’ worden in het wetsvoorstel vervangen door de begrippen ‘omgevingsplan’,‘omgevingswaarden’ en een ‘fysieke leefomgeving’. In dit rapport is onderzocht op welke wijze deze omgevingswaarden in een omgevingsplan kunnen worden opgenomen met het oog op de fysieke leefomgeving. Momenteel neemt de gemeente Roosendaal op twee manieren milieunormen in haar plannen op. Zo wordt in de toelichting van het plan een milieuparagraaf opgenomen, waarin de milieuaspecten worden uitgewerkt. Tevens worden de milieunormen expliciet opgenomen in de planregels. Uit de kennis en ervaringen van de pilotgemeenten (die vooruitwerken met het omgevingsplan) blijkt dat het handig is om als gemeente integraal te denken, door met verschillende vakdisciplines aan tafel te zitten. Daarnaast kan de gemeente de belangrijkste milieuambities, waarmee zij zich wil onderscheiden, op papier zetten en meenemen in het omgevingsplan. De milieuthema’s externe veiligheid en bedrijven en milieuzonering worden op dezelfde manier in het omgevingsplan opgenomen als in het bestemmingsplan. Voor de milieuthema geluid, kan de gemeente zelf geluidsnormen vaststellen en deze in het omgevingsplan expliciet opnemen. De luchtkwaliteit komt net als in het bestemmingsplan niet terug in de regels van het omgevingsplan. Alleen als het gaat om de luchtkwaliteit in de veehouderij kunnen er regels in het omgevingsplan worden opgenomen.