Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
Samenvatting
De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (hierna: Wet dwangsom) is per 1
oktober 2009 in werking getreden en bepaalt dat bestuursorganen een dwangsom verbeuren
indien zij de wettelijke beslistermijn overschrijden, zonder dat hieraan een rechtelijke
uitspraak ten grondslag ligt. De Wet dwangsom beoogt hiermee de burger beter te
beschermen tegen de overheid, die wettelijke termijnen overschrijdt.
Stel dat een gemeente of BSR (te) snel of versneld uitspraak doet op een bezwaarschrift en
daardoor een of meerdere van de drie beginselen van behoorlijk bestuur, te weten het
zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel schendt, blijkt
(uit jurisprudentie) dat de sancties voor een bestuurorganen beperkt zijn. Zo leidt slechte
motivering of een beroep op onzorgvuldige voorbereiding niet tot vernietiging of terugwijzing
naar het bestuurorgaan.
Het is nu nog moeilijk te bepalen of er in de toekomst sprake zal zijn van schending van de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het risico bestaat dat hoe korter de
beslistermijnen worden, hoe groter de kans op (te) snelle afhandelingen van
bezwaarschriften, waardoor het risico van schending van de algemene beginselen van
behoorlijk bestuur ook toeneemt. Ondanks dat verwacht mag worden dat bestuursorganen
zich aan de wettelijke voorschriften en termijnen houden, blijft er het gevaar bestaan dat de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur worden geschonden. Geen enkel
bestuursorgaan zit namelijk te wachten op een dwangsom wegens niet tijdig beslissen.
De enige sanctie die een rechter een bestuursorgaan oplegt indien zij voor de rechter moet
verschijnen, is het vergoeden van de griffierechten, omdat de wijze waarop het
bezwaarschrift is afgehandeld het beroep kan hebben uitgelokt. De hoogte van de
griffierechten is beduidend lager dan de maximale dwangsom van 1.260,00.
Het is mijn inziens niet wenselijk dat door de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig
beslissen de algemene beginselen onder druk komen te staan. (De verwachting dat dit gaat
gebeuren baseer ik op een vermoeden, want de wet is nog niet zo lang van kracht en er zijn
dus geen harde cijfers.) Als deze onder druk worden gezet neemt de acceptatie bij de
burgers ten aanzien van het bestuursorgaan af. Dit kan er toe leiden dat meer burgers in
beroep gaan. Het gevolg is enkel dat de werkdruk bij de bestuursrechter toeneemt. Dit leidt
tot een ongewenste verplaatsing van het probleem en dat acht ik niet maatschappelijk
verantwoord. Niet alleen heeft de bestuursrechter het al druk genoeg heeft met de 'normale'
zaken, maar het voegt feitelijk niets toe.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Partner | Belastingsamenwerking Rivierenland |
Datum | 2010-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |