De 'gekantelde' grenzen van de gemeentelijke solidariteit bij huishoudelijke hulp
De 'gekantelde' grenzen van de gemeentelijke solidariteit bij huishoudelijke hulp
Samenvatting
De Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) is gedecentraliseerde wetgeving, die op 1 januari 2007 inwerking is getreden. Het belangrijkste oogmerk van de Wmo is: het creëren van een samenhangend lokaal beleid om participatie van alle burgers mogelijk te maken en te bevorderen, uitgevoerd dicht bij de burger door een daarvoor goed toegeruste gemeente. De Wmo slechts in hoofdlijnen geregeld waaraan de gemeente conform art 3 jo 5 Wmo met een beleidsplan en verordening invulling moet geven. De beleidsvrijheid die de gemeente daarbij heeft wordt beperkt doordat er in art. 4 Wmo een compensatieplicht is opgenomen. Ingevolge dit artikel dient het college voorzieningen te treffen ter compensatie van beperkingen van de burger met een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem. Het onderhavige onderzoek richt zich expliciet op de hulp bij het huishouden, één van de vier resultaatsgebieden opgenomen in art. 4. Een gebied waar in de toekomst erg veel op bezuinigd zal moeten worden, meer dan thans gebeurt. Gemeenten worden hierdoor steeds vaker geconfronteerd met een groeiend spanningsveld tussen het beschikbaar budget en de wettelijke compensatieplicht. Waar liggen de grenzen van de compensatieplicht? Om daar antwoord op te kunnen geven is het onderhavige onderzoek toegespitst in twee kaders: het juridische en praktische kader. Binnen beide kaders is onderzocht op welke manier de gemeente de beleidsvrijheid juridisch verantwoord kan invullen bij de uitvoering van de compensatieplicht op het gebied van de hulp bij het huishouden. Ook is in het onderzoek aandacht besteed aan de kabinetsplannen op het gebied van hulp bij het huishouden en het gevolg daarvan voor de compensatieplicht.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Partner | Gemeente 's-Hertogenbosch |
Datum | 2013-05 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |