Samenvatting

IHC Merwede profileert zichzelf als 'The Technology Innovator'. IHC Merwede streeft er dan ook naar om zo veel mogelijk nieuwe technologieën en toepassingen te octrooieren, zodat een zo optimaal mogelijk rendement verkregen kan worden vanuit haar investering in ontwikkelingstrajecten. De ontwikkelingstrajecten worden uitgevoerd binnen businessunits die handelingen verrichten en afspraken maken op autonome basis. In het onderhavige onderzoek is onderzocht op welke wijze IHC Merwede voldoende kan waarborgen dat de registratie en exploitatie van octrooien niet wordt gefrustreerd door verrichte handelingen of gemaakte afspraken ten behoeve van een ontwikkelingstraject. Het onderzoek heeft zich gericht op vier elementen, namelijk de indiening van de octrooiaanvraag, het delen van informatie, het beëindigen van samenwerkingen met externe partijen en de positie van IHC Merwede als licentienemer. Uit het onderzoek is gebleken dat einde van de development fase het meest geschikte moment is om de octrooiaanvraag in te dienen. Wanneer IHC Merwede informatie wil delen met derden over een ontwikkelingstraject, dan zal zij een schriftelijke of mondelinge geheimhoudingsovereenkomst moeten sluiten met de derde. Om te voorkomen dat, na beëinidiging van een samenwerking met een externe partij, de wederpartij zonder toestemming gebruik kan blijven maken van de Background IP van IHC Merwede, zal IHC Merwede een exit strategie moeten formuleren en deze op moeten nemen in de joint venture overeenkomst of samenwerkingsovereenkomst. Als licentienemer heeft IHC Merwede een zwakke positie wanneer het octrooi wordt vervreemd. Door de octrooilicentie in te schrijven in het octrooiregister en/of de licentie als recht van vruchtgebruik te kwalificeren, zal zij haar positie als licentienemer kunnen versterken.