De WWZ in de praktijk
De WWZ in de praktijk
Samenvatting
Met de invoering van de WWZ is het ontslagrecht ingrijpend gewijzigd. In plaats van een open norm is er nu sprake van acht limitatieve redelijke gronden. De FNV wil graag onderzoeken wat de reikwijdte is van de laatste grond; de h-grond. Deze redelijke grond betreft namelijk andere omstandigheden die niet vallen onder de overige gronden. De vraag is hoe rechters deze grond in de jurisprudentie gaan invullen en wat de verhoudingen zijn met de e- en g-grond.
Uit het onderzoek komt naar voren dat de h-grond behoudens enkele uitzonderingen strikt wordt toegepast. In de praktijk geldt de g-grond als de echte veegbepaling onder de WWZ. Deze grond is namelijk het meeste kansrijk voor een werkgever die van zijn werknemer af wilt. Het risico dat een werkgever loopt als hij een verstoorde arbeidsrelatie veroorzaakt is het betalen van een billijke vergoeding. Door de summiere aanwijzingen van de wetgever loopt de billijke vergoeding vooralsnog ver uiteen. Uit de analyse blijkt dat de meeste billijke vergoedingen onder de 10.000 euro blijven. Dit is opvallend te noemen aangezien de billijke vergoeding onder de WWZ eigenlijk het slot op de deur zou moeten zijn.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Opleiding | HBO-Rechten |
Partner | FNV |
Datum | 2017-06-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |