Het fiscale bodemvoorrecht anno 2013 - Het grootste 'cadeau' voor de curator
Het fiscale bodemvoorrecht anno 2013 - Het grootste 'cadeau' voor de curator
Samenvatting
Vanaf 1 januari 2013 is artikel 22bis toegevoegd na artikel 22 van de Invorderingswet 1990. Hierdoor wordt beoogd dat de Belastingdienst een sterkere positie krijgt. Deze wijziging houdt in dat de houders van pandrechten of andere derden die geheel of gedeeltelijk recht hebben op een bodemzaak, een mededelingsplicht hebben. Hierdoor zijn zekerheidshouders verplicht de fiscus te informeren wanneer zij hun rechten op bodemzaken willen uitoefenen. Daarna heeft de fiscus vier weken de tijd om zijn verhaalsrecht op de bodemzaken uit te oefenen. De fiscus respecteert uitsluitend de reële eigendom bij het leggen van bodembeslag. Indien de mededeling niet wordt gedaan of er wordt geen rekening gehouden met de wettelijke termijn dan heeft dit consequenties voor de zekerheidshouder. Zo kan de fiscus de zekerheidshouder verplichten de openstaande belastingschulden van de bodemzaken aan de fiscus te betalen met een maximum van de executiewaarde van de bodemzaken. De conclusie is dat er voor de curator niet veel verandert. Indien de pandhouder overgaat tot executie vlak voor een faillissement zonder mededeling te doen aan de fiscus of zonder zich te houden aan de wachttijd, moet de curator de rechtshandeling onderzoeken in het kader van paulianeus handelen. De curator kan de rechtshandeling dan vernietigen.Door de wetswijziging is de fiscus te allen tijde bevoorrecht en kan geen partij de fiscus omzeilen. Indien de fiscus nog geen bodembeslag heeft gelegd en het faillissement wordt uitgesproken, vindt een omslag plaats in de faillissementskosten. Dit betekent dat het bodemvoorrecht anno 2013 een groot cadeau is voor de curator.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Partner | VDT Advocaten & Mediators |
Datum | 2013-05 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |