Privaatrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid, onderzoek naar diverse grondslagen van privaatrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid
Privaatrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid, onderzoek naar diverse grondslagen van privaatrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid
Samenvatting
"Privaatrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid, onderzoek naar diverse grondslagen van privaatrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid." Zo luidt de titel van deze scriptie. De titel vloeit voort uit de doelstelling van deze scriptie: het doel van dit onderzoek is om Brekelmans Van der Ven Advocaten & Mediators op 11 januari 2011 een scriptie te overhandigen, met enerzijds daarin een uiteenzetting betreffende op welke gronden de rechter toetst of een bestuurder van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, zowel intern als extern, privaatrechtelijk aansprakelijk is voor zijn of haar handelingen verricht namens en/of voor de vennootschap en daarbij te beoordelen of er enige samenhang heerst tussen verschillende vormen van privaatrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid en anderzijds te beschrijven welke juridische verschillen, ten opzichte van het huidige recht, wetsvoorstel bestuur en toezicht (kamernummer 31 763) beschrijft omtrent privaatrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid.
Bestuurdersaansprakelijkheid vormt een kernonderwerp van het ondernemingsrecht ofwel rechtspersonenrecht. Dat blijkt mede door de vele jurisprudentie over bestuurdersaansprakelijkheid uit de afgelopen decennia. Binnen Brekelmans Van der Ven zijn het aantal dossiers, waarin bestuurdersaansprakelijkheid een rol speelt, de afgelopen jaren gestegen. Bestuurdersaansprakelijkheid komt binnen Brekelmans Van der Ven vooral aan bod in faillissementdossiers. Daarbij spelen verschillende vragen een belangrijke rol, bijvoorbeeld of een bestuurder wel deugdelijk namens de vennootschap heeft gehandeld. Zo nee, of er dan eventueel
sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid. Brekelmans Van der Ven acht een onderzoek naar "de stand van zaken" omtrent privaatrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid van belang. Zo is het voor Brekelmans Van der Ven van belang om onderzocht te zien op welke gronden de rechter toetst of er sprake is van privaatrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid.
In het wetsvoorstel bestuur en toezicht wordt art. 2:9 BW aangepast. Dit artikel is belangrijk als het gaat om bestuurdersaansprakelijkheid. Een beschrijving van de veranderingen omtrent privaatrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid in het wetsvoorstel bestuur en toezicht zijn daarom niet overbodig voor deze scriptie.
In de jurisprudentie is er sinds het eind van de jaren '80 sprake van een toename van het aantal uitspraken op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid. Dit is mede een gevolg van het in 1987 geïntroduceerde art. 2:248 BW, welk artikel is ingevoerd om misbruik van bv's tegen te gaan.
Een probleem bij het leerstuk van de bestuurdersaansprakelijkheid was dat het begrip behoorlijke taakvervulling een open norm was. De HR heeft geprobeerd deze open norm te concretiseren middels het invoeren van het begrip "ernstig verwijt".
Voorts tracht de HR in diverse grondslagen van bestuurdersaansprakelijkheid gemeenschappelijke kenmerken te creëren, te weten een objectieve benadering, een contextuele benadering, genuanceerde benadering en een convergerende benadering.
De vraag is of de rechtspraktijk hiermee voldoende zekerheid heeft dan wel of op onderdelen van bestuurdersaansprakelijkheid een verdere ontwikkeling wenselijk is. Naar mening van onderzoeker is dat het geval en wel onder de volgende aspecten.
- De maatstaf ernstig verwijt verschaft enige duidelijkheid, doch het betreft een betrekkelijke duidelijkheid. Uit dit criterium kan nog geen specifieke gedragsnorm voor bestuurders afgeleid worden. Het is derhalve gewenst dat de rechtspraak hier omtrent concrete gedragsnormen formuleert, zodat bestuurders weten waar ze aan toe zijn.
- Ook is onduidelijk wat een bestuurder die wordt aangesproken met succes tot verweer kan aanvoeren. De formule van de HR, alle omstandigheden van het geval, is vaag. Voor zover onderzoeker bekend zijn hier niet of nauwelijks uitspraken voor handen, hetgeen wel geboden is.
Hieraan blijft behoefte bestaan omdat ook het wetsvoorstel bestuur en toezicht hier helaas niet in voorziet.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Partner | Brekelmans Van der Ven advocaten & mediators |
Datum | 2011-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |