Ondersteuningsbehoefte van studenten bij (dreigende) financiële problemen
Ondersteuningsbehoefte van studenten bij (dreigende) financiële problemen
Samenvatting
De afgelopen jaren is het aantal jongvolwassenen met financiële problemen aanzienlijk gestegen, een trend die ook te zien is onder studenten van hoger-onderwijsinstellingen. Factoren zoals de coronacrisis, stijgende energieprijzen en hoge inflatie (10% in 2022) hebben bijgedragen aan deze stijging. Binnen Hogeschool Inholland zijn diverse signalen ontvangen dat studenten te maken hebben met (dreigende) financiële problemen, wat kan leiden tot studievertraging, chronische stress, en uiteindelijk tot een negatieve impact op hun algehele welzijn en studiesucces.
Hoewel Inholland een scala aan ondersteuningsmogelijkheden biedt, zoals een studentendecaan, het Nood- en Profileringsfonds, buddy’s via het StudentSucces Centrum, studiecoach+ (bij enkele opleidingen en domeinen), een studentcoach (alleen in Diemen) en twee rechtswinkels, blijkt dat 93,5% van de studenten met financiële problemen niet op de hoogte is van deze binnen Inholland aangeboden ondersteuningsmogelijkheden. Bovendien is 78,3% van de studenten met financiële problemen niet op de hoogte van ondersteuningsmogelijkheden buiten Inholland. Deze percentages wijzen op een gebrek aan kennis en bewustzijn, wat volgens de studenten in de interviews kan worden veroorzaakt door gebrekkige communicatie, een idee dat (dreigende) financiële problemen niet studiegerelateerd zijn, of schaamte om hulp te zoeken.
Inholland heeft een zorgplicht richting haar studenten, wat inhoudt dat de hogeschool ervoor moet zorgen dat studenten de benodigde ondersteuning krijgen om succesvol te zijn in hun studie en zich als verantwoordelijke burgers te ontwikkelen. Dit blijkt uit de wet- en regelgeving die van toepassing is op onderwijsinstellingen. Inholland heeft een inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting. Het schenden van deze zorgplicht kan ernstige gevolgen hebben, zoals blijkt uit de jurisprudentie rond de zaak van Hogeschool Windesheim. Deze zaak benadrukt het belang van een proactieve benadering, waarbij hogescholen actief contact zoeken met studenten die persoonlijke omstandigheden hebben die het studiesucces kunnen beïnvloeden en waarvan de hogeschool op de hoogte is.
Hoewel Inholland formeel aan de wettelijke eisen voldoet, schiet de communicatie over de ondersteunings mogelijkheden tekort. Informatie over deze mogelijkheden is volgens studenten vaak moeilijk te vinden op Iris (het Intranet van Inholland) en studenten klagen over een overdaad aan e-mails, wat leidt tot verwarring en onduidelijkheid. Bovendien lijkt het huidige aanbod van ondersteuningsmogelijkheden te divers, waardoor het overzicht ontbreekt en functies elkaar overlappen, zoals studiecoach+ en studentcoach. Het idee dat (dreigende) financiële problemen niet
studiegerelateerd zijn, versterkt de terughoudendheid van studenten om hulp te zoeken. Dit wordt verder bemoeilijkt door het feit dat studenten tijdens hun studie niet altijd dezelfde coach hebben, waardoor ze geen vertrouwensband kunnen opbouwen.
Om deze uitdagingen aan te pakken, zijn er verschillende aanbevelingen gedaan. Ten eerste is het aan te bevelen dat Inholland de communicatie over de beschikbare ondersteuningsmogelijkheden verbetert. Dit kan door Iris te herstructureren, te focussen op visuele materialen zoals korte filmpjes, en de informatie regelmatig te herhalen tijdens fysieke lessen. Dit om overdaad aan mails en informatie te voorkomen. Ten tweede zou Inholland kunnen inzetten op een vaste coach gedurende de hele studie, wat zou helpen om een sterke vertrouwensband op te bouwen. Periodieke
check-ins door een vaste coach en warme doorverwijzingen naar andere ondersteuningsmogelijkheden kunnen helpen om de zorgplicht te vervullen en het welzijn van studenten te waarborgen.
Daarnaast is het belangrijk om het ondersteuningsaanbod universeel te maken, met duidelijke kaders waarbinnen opleidingen enige vrijheid hebben om dit vorm te geven. Om de effectiviteit van deze aanbevelingen te evalueren, kunnen verschillende stappen worden genomen in een vervolgonderzoek, zoals het inventariseren van geïmplementeerde aanbevelingen, het beoordelen van
de effectiviteit van de implementatie, het meten van de bekendheid van de ondersteuningsmogelijkheden en het formuleren van nieuwe aanbevelingen voor verdere verbetering.
Het is van cruciaal belang dat het College van Bestuur actie onderneemt om te voorkomen dat studenten met (dreigende) financiële problemen tussen de wal en het schip vallen. Door de voorgestelde aanbevelingen te implementeren, kan Inholland een omgeving creëren waarin studenten zich veilig voelen om hulp te zoeken, wat uiteindelijk zal leiden tot verbeterde studieresultaten en een beter welzijn van de studenten.
Organisatie | Hogeschool Inholland |
Afdeling | Domein Onderwijs en Innovatie |
Lectoraat | Studiesucces |
Datum | 2024-12-02 |
Type | Rapport |
Taal | Nederlands |