Samenvatting

Door de ontwikkelingen in de welzijnssector komt de nadruk meer te liggen op de eigen kracht van de burger en zijn sociale netwerk. Uit gesprekken met de maatschappelijk werkers, van SMWO Schouwen-Duiveland, blijkt dat het lastig is om de cliënt te motiveren tot het inschakelen van het sociale netwerk. Hierdoor is de volgende onderzoeksvraag ontstaan; ‘Wat is er nodig voor de maatschappelijk werkers, van SMWO Schouwen-Duiveland, om de cliëntmotivatie voor het inschakelen van het sociale netwerk te beïnvloeden?’ Om hierop antwoord te geven zijn vijf deelvragen opgesteld gericht op de intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie. De extrinsieke motivatie is vanuit vier invalshoeken bekeken, namelijk de algemene beïnvloedingsmechanisme en mechanismes gericht op methodisch werken, hulpverlener- cliëntrelatie en de organisatiecontext.
Uit het onderzoek blijkt dat maatschappelijk werkers en cliënten niet altijd dezelfde zienswijze hebben. Dit komt naar voren in de opvattingen over de redenen voor de minimale behoefte voor inzetten sociale netwerk, meerwaarde van het in kaart brengen van het sociale netwerk en het kunnen aanboren van de cliëntmotivatie. Verder is naar voren gekomen dat beiden het confronteren, met de voor- en nadelen van het inschakelen van het sociale netwerk, als interventie benoemen om de cliënt te kunnen motiveren. Daarnaast kunnen verschillende interventies ingezet worden, gericht op autonomie, competentie en verbondenheid, om de cliënt te motiveren. Binnen de hulpverleningsrelatie werd het hebben van vertrouwen door de respondenten genoemd. Wensen van de maatschappelijk werkers, binnen de organisatiecontext, zijn het behouden van collegiaal overleg, bevorderen van de samenwerking met welzijn en deskundigheidsbevordering/scholing.