Wat beweegt de Oesterboorder?
Effect van oesters, stroming, wind op de mobiliteitWat beweegt de Oesterboorder?
Effect van oesters, stroming, wind op de mobiliteitSamenvatting
De Japanse oesterboorder (Ocinebrellus inornatus) is een aquatische roofslak die zich voedt met de Japanse oester (Magallana gigas) als de Zeeuwse platte oester (Ostrea edulis). De oesterboorder boort door middel van zijn tong een gaatje in de schelp van de Japanse- en Zeeuwse platte oester en zuigt vervolgens het vlees uit de schelp. De oesterboorder verlaagt door de predatie op oesters het rendement van de kweekpercelen, oesterkwekers noemen een uitval van oesters van 50% tot 85%. Het verlaagd kweek rendement zorgt voor veel kwekers voor economische schade. Hierdoor is er meer kennis over de oesterboorder nodig. Het ontbreekt aan kennis over wat precies de oesterboorder actief in beweging zet, maar ook het passief transport ervan, zoals rollen over de bodem.
In dit rapport is de mobiliteit van de Japanse oesterboorder onderzocht door middel van veldonderzoek en labonderzoek, deze twee onderzoeken vormen samen een aanbeveling.
In het lab is gekeken welk effect de stroomsnelheid had op het actieve en passieve transport van O. inornatus. Voor deze laboratorium proeven is gebruikt gemaakt van de Racetrack flume, Door middel van een camera werd het gedrag en de beweging van de oesterboorders op Zand- en schelpsubstraat vastgelegd. Losraken treedt eerder op op zandbodem, er is meer kruip activiteit op schelpbodem
Tijdens het veldwerk zijn in 6 hexagonale kooien geplaatst in de Oosterschelde op een (litoraal) oesterperceel geplaatst, met buitenom de kooien oesters. Het doel van deze proef was om een verband te kunnen leggen tussen de kruiprichting van de oesterboorder ten opzichte van stroming en voedsel, er werd voornamelijk gekeken of de looprichting van de oesterboorder gerelateerd was aan stroomrichting, voedselaanbod en windrichting.
Gemiddelde gezien waren er significant meer oesterboorders aan de kant van de vloedstroom, waardoor ebstroom die een hogere pieksnelheid heeft dan de vloedstroom, meer van invloed lijkt te zijn op de kruiprichting van de oesterboorders.
Daarnaast blijkt dat er een significant verschil bestaat tussen het gemiddelde aantal oesterboorders uit alle grootteklasse aan een lij- en loefzijde. Gemiddeld gezien waren er significant meer oesterboorders aan de oesterzijdes dan aan de andere zijdes.
Organisatie | HZ University of Applied Sciences |
Opleiding | Watermanagement/ Aquatische Ecotechnologie |
Afdeling | Domein Technology, Water & Environment |
Partner | HZ University of Applied Sciences, Vlissingen |
Datum | 2020-07-02 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |