Hoe zien wij buurtsportactiviteit
Een kijk op buurtsportactiviteiten in de gemeente Bergen op Zoom door de ogen van de begeleidersHoe zien wij buurtsportactiviteit
Een kijk op buurtsportactiviteiten in de gemeente Bergen op Zoom door de ogen van de begeleidersSamenvatting
Deze scriptie is een verslag van een 3 maanden durende onderzoek, dat is uitgevoerd tijdens de afstudeerstage Sport- & Bewegingseducatie door de afstudeerstudent van de Hogeschool Zeeland. Het verslag beschrijft een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen van activiteitenbegeleider, met betrekking tot de effectiviteit, van de buurtsportactiviteiten van de Fitfabriek, te Bergen op Zoom. De Fitfabriek is een sportstimuleringsproject in Bergen op Zoom, waarmee de combinatiefunctionarissen (CF’s) en buurtsportcoaches (BSC’s) een gezicht hebben gekregen. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt:‘’In hoeverre ervaren activiteitenbegeleiders, uit de wijk Gageldonk in Bergen op Zoom, de buurtsportactiviteit in de wijk als een effectief middel om kinderen van de 8 tot 13 jaar, vanuit de gemeente, te stimuleren tot Sport- en Beweeggedrag?‘’
Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn, in een periode van 8 weken, 12 interviews afgenomen. Voor de analyse van de gegevens zijn de interviews uitgewerkt en vervolgens gelabeld en gecodeerd. Dit is gebeurd aan de hand van een codetabel (zie bijlage 4).
Door middel van deze methode is allereerst getracht om antwoorden te formuleren op de 2 deelvragen. De deelvragen en het antwoord er op zullen hieronder worden geformuleerd.
1. ‘’In hoeverre wordt het sport- en beweeggedrag van kinderen van 8 tot 13 jaar gestimuleerd vanuit hun sociale omgeving?’’
Uit de theorie van Bijma en Lak (2012), maar ook uit de theorie van de Ridder en Lechter (2004), blijkt dat de sociale omgeving een belangrijke rol speelt in het beïnvloeden van de sociale norm in relatie tot sport- en beweeggedrag. Om sport- en beweeggedrag te stimuleren vanuit de sociale omgeving, zal de sociale omgeving dus invloed moeten uitoefenen op de 4 onderdelen van de sociale norm, die in beide theorieën beschreven worden. Hierbij gaat het om de sociale normen, de sociale modellen, sociale identificatie en de sociale steun.
Uit onderzoek in de wijk Gageldonk, naar de sociale omgeving van kinderen van 8 tot 13 jaar, is gebleken dat een positieve invloed, ten aanzien van sport en bewegen, op de sociale norm, van de kinderen, zeer gering is. Hiermee kan de invloed vanuit de sociale omgeving op de sociale norm als onvoldoende worden beschouwd. Dit komt doordat sport, in veel gevallen, niet ligt ingebed in de normen en waarden van de sociale omgeving van kinderen. Hierdoor wordt sport maar in geringe mate, of soms zelfs helemaal niet, door, voor het kind, relevante personen beoefend. Hiermee zijn er voor de kinderen vrijwel geen rolmodellen aanwezig die sport stimuleren. Het kind heeft, in de meeste gevallen, dan ook geen sportgerichte groep mensen waarmee het kind zich kan en wil identificeren. De sociale steun, die het kind geboden krijgt, vanuit zijn of haar sociale omgeving, is daarmee ook onvoldoende of niet aanwezig.
2. ’In hoeverre wordt het sport- en beweeggedrag van kinderen van 8 tot 13 jaar beïnvloed vanuit buurtsportactiviteiten?’’
Uit het onderzoek is gebleken dat er met de buurtsportactiviteiten duidelijk wel invloed wordt uitgeoefend op de sociale norm van kinderen, behorend tot de doelgroep. Zo wordt er invloed uitgeoefend op de sociale norm van kinderen, om kinderen en ouders ervan bewust te maken dat frequent sporten van belang is voor kinderen. Door de inzet van verschillende rolmodellen geeft de Fitfabriek kinderen voorbeelden van hoe sport kan helpen om positief en actief bezig te blijven met sport. Maar ook de kinderen zelf worden gebruikt om dit gedrag uit te stralen. Zo wordt er geregeld gebruik gemaakt van kinderen als voorbeeld, om andere kinderen te stimuleren tot sport. Sociale steun tot sport wordt eveneens geboden aan de kinderen en hun ouders uit de wijk. Dit wordt gedaan door verenigingen te betrekken en ouders bewust te maken van de mogelijkheden om kinderen te laten sporten. De kinderen worden hiermee bewust gemaakt van hoe leuk en leerzaam sport kan zijn.
Dat buurtsportactiviteiten als een effectief middel wordt gezien, om de doelgroep te stimuleren tot sport- en beweeggedrag, blijkt wel uit de interviews. Maar toch worden er door de respondenten nog wel verbetermogelijkheden gezien. Het gaat daarbij voornamelijk om het optimaliseren van activiteiten, meer contact met de ouders en betere afspraken binnen het team.
Organisatie | HZ University of Applied Sciences |
Opleiding | Sport- & Bewegingseducatie |
Afdeling | Domein Economie |
Partner | De Fitfabriek, Bergen op Zoom |
Datum | 2017-07-03 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |