Goed voorbeeld doet volgen
Onderzoek naar de rol van de leraar tijdens gedragsverandering op Zeeuwse basisscholenGoed voorbeeld doet volgen
Onderzoek naar de rol van de leraar tijdens gedragsverandering op Zeeuwse basisscholenSamenvatting
Steeds meer kinderen krijgen te maken met overgewicht (Bemelmans, Visscher, Verschuren, & Schuit, 2004). Dit kan ontstaan door ongezonde eet- en drinkgewoontes, ontwikkeld in de vroege jeugd. Om dit tegen te gaan is Sam de Waterman in het leven geroepen, een project dat door middel van activiteiten, een voorleesboek en een eigen bidon basisschoolkinderen in groep 1 en 2 wil stimuleren om water te drinken in plaats van suikerhoudende drankjes. Het doel is gedragsverandering bij de kinderen. Het project Sam de Waterman wordt begeleid door leraren. Tijdens een pilot in het schooljaar 2017-2018 is het project voor het eerst getest, en uit de evaluatie bleek dat dat de leraren door verschillende oorzaken moeite ondervonden met het begeleiden van de kinderen. Daarnaast was er onvoldoende inzicht in de invloed die een leraar heeft tijdens Sam de Waterman.
Het doel van dit onderzoek is daarom om erachter te komen wat een leraar allemaal doet binnen het project, en hoe de rol van de leraar geoptimaliseerd kan worden. Daarom is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: “Wat is de rol van de leraar in het proces van gedragsverandering binnen de methode Sam de Waterman op Zeeuwse basisscholen?”. Om een antwoord te kunnen geven op de centrale vraag, zijn er drie deelvragen opgesteld: “Op welke manier is een leraar betrokken bij de uitvoering van Sam de Waterman op basisscholen in Zeeland?”, “Wat zijn de competenties van de leraar met betrekking tot gedragsverandering?” en “In hoeverre is de leraar zich bewust van de voorbeeldfunctie die hij/zij heeft binnen de methode Sam de Waterman?”.
Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag is er zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek gedaan. Er is eerst een online vragenlijst naar de respondenten gestuurd. Met die vragenlijst wordt de gezondheid van de respondenten gemeten. Vervolgens zijn er interviews met diezelfde respondenten gehouden. Zij zijn bevraagd op basis van thema’s, die in combinatie met het kwantitatieve onderzoek antwoord geven op de deelvragen.
Uit het onderzoek blijkt dat de voorbereiding die een leraar treft voor aanvang van het project Sam de Waterman, cruciaal is. Die voorbereiding beïnvloed namelijk de houding ten opzichte van het project. Een goede voorbereiding betekent een positieve houding, waardoor de boodschap beter kan worden overgebracht. Een mindere voorbereiding beïnvloed de houding ten opzichte van het project negatief, waardoor de leraar minder geloofwaardig overkomt. Daarnaast blijkt ook de houding ten opzichte van gezond gedrag bepalend. De respondenten die zelf veel waarde hechten aan een gezonde leefstijl hadden minder moeite met het promoten van gezond gedrag dan de respondenten die zelf minder met gezonde leefstijl bezig waren. Voor hen was het lastiger om de kinderen te stimuleren tot het drinken van water in plaats van suikerhoudende drankjes. Tot slot blijkt dat de voorbeeldfunctie die een leraar heeft niet optimaal wordt benut. Een aantal leraren gaat bewust met die voorbeeldfunctie om, omdat zij weten dat zij een rolmodel zijn voor de kinderen. Een aantal andere respondenten weten ook dat zij een voorbeeldfunctie hebben, maar gaan daar niet of minder bewust mee om. Deze respondenten leggen de verantwoordelijkheid voor het bijbrengen van gezond gedrag bij de ouders.
Op basis van de resultaten zijn er drie aanbevelingen geformuleerd. De eerste aanbeveling is om de leraren tijdig te informeren van hun deelname aan Sam de Waterman, zodat ze voldoende tijd hebben om zich voor te bereiden, om op die manier een negatieve houding ten opzichte van het project te voorkomen. De tweede aanbeveling is om een handleiding te schrijven voor de deelnemende leraren. Hierin staan tips om hun rol binnen het project zo effectief mogelijk uit te voeren. De derde aanbeveling is om ouders actief te betrekken in het project, omdat uit het onderzoek blijkt dat zij ook een grote rol hebben in het proces van gedragsverandering. Zij zijn immers degene die bepalen wat een kind mee naar school neemt.
Eventueel vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op een grotere populatie, of op de effectiviteit van de aanbevelingen die uit dit onderzoek voortkomen.
Organisatie | HZ University of Applied Sciences |
Opleiding | Sportkunde |
Afdeling | Domein Business, Vitality & Hospitality |
Partner | Lectoraat Healthy Region, Vlissingen |
Datum | 2019-06-18 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |