De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Prikaccident, wat zal ik doen!?

Praktijkgericht onderzoek naar het melden van prikaccidenten in het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Prikaccident, wat zal ik doen!?

Praktijkgericht onderzoek naar het melden van prikaccidenten in het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

In Nederland worden jaarlijks circa 13.000 tot 15.000 prikaccidenten gemeld. Dit is maar de helft van alle prikaccidenten die zich voordoen in Nederland. Ondanks de mogelijke fysieke en mentale gevolgen die een prikaccident met zich meebrengt en goede hulpmiddelen om het prikaccident af te handelen, zijn er diverse redenen waarom prikaccidenten niet worden gemeld. Om meer inzicht te krijgen in dit onderwerp is er een praktijkgericht onderzoek uitgevoerd in het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis (ADRZ). De volgende doelstelling is gehanteerd: ‘het verkrijgen van inzicht in het handelen van verpleegkundigen van het ADRZ na een prikaccident en de redenen die ten grondslag liggen aan het wel of niet handelen volgens het protocol’.

Voor het kwantitatieve onderzoek dat is uitgevoerd is er gebruik gemaakt van een zelf opgestelde vragenlijst. De vragenlijst is digitaal uitgezet onder de onderzoekspopulatie van 350 verpleegkundigen. De benadering van de onderzoekspopulatie voor deelname aan het onderzoek vond plaats via de leidinggevenden van de geselecteerde afdelingen.

Het onderzoek heeft een respons behaald van bijna 28% (N=97). Ongeveer de helft van de respondenten (N=48) heeft één of meerdere prikaccidenten gehad. Circa 70% (N=33) van de respondenten die een prikaccident hebben gehad, hebben het prikaccident gemeld volgens het protocol. De voornaamste redenen om het prikaccident te melden waren volgens de respondenten de professionele plicht, het bewustzijn van de risico’s en de mogelijkheid om de risico’s te laten beoordelen door een deskundige. De veertien respondenten die het prikaccident niet hebben gemeld volgens protocol noemden als voornaamste oorzaak de onwetendheid over de te volgen stappen na een prikaccident. Zo wisten zes respondenten niet waar het prikaccident gemeld moest worden, vier andere respondenten wisten niet hoe dit moest gebeuren. De begeleiding vanuit het ADRZ werd door veertien respondenten niet als voldoende ervaren.

De onderrapportage bleek in dit onderzoek 30%, terwijl onderzoek van Ruijs et al. (2008) aantoont dat 50% van de verpleegkundigen een prikaccident niet meldt. Er bestaat een samenhang in de resultaten tussen het plaatsvinden van prikaccidenten bij bepaalde leeftijden en aantal jaren ervaring, dit komt overeen met een onderzoek van Martins et al. (2012). Zoals ook Van Wijk-Nijssen (2009) al aantoonde, blijkt er meer prioriteit te worden gegeven aan hoog risico accidenten dan aan laag risico accidenten. Tijdsgebrek en schaamte bleken, ondanks dat de literatuur dit beschreef, geen factor om het prikaccident niet te melden. Onduidelijkheid over de te nemen stappen na een prikaccident blijkt hier, zoals ook Van Wijk – Nijssen (2009) beschreef, echter wel een rol in te spelen.

Het merendeel van de bevraagde verpleegkundigen zegt te hebben gehandeld volgens het protocol; zij hebben het prikaccident juist gemeld. Het bestaan van het prikaccidentenprotocol is bij de meeste bevraagde verpleegkundigen bekend, echter weet een deel van de verpleegkundigen niet hoe en waar dit protocol te vinden is en welke stappen moeten worden ondernomen. Aanbevelingen richten zich voornamelijk op een toegankelijker en duidelijker protocol. Een meer eenduidig beleid onder deskundigen en het vergroten van kennis omtrent prikaccidenten en het gebruik van het protocol kunnen bijdragen aan het verminderen van een onderrapportage van prikaccidenten.

Toon meer
OrganisatieHZ University of Applied Sciences
OpleidingVerpleegkunde
AfdelingDomein Health, Education & Wellbeing
PartnerAdmiraal de Ruyter Ziekenhuis, Goes
Datum2016-06-22
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk