Het effect van oefentherapie op de valincidentie bij patiënten met de ziekte van Parkinson
Het effect van oefentherapie op de valincidentie bij patiënten met de ziekte van Parkinson
Samenvatting
Inleiding
Deze literatuurstudie gaat in op de effecten van verschillende vormen van oefentherapie op de valincidentie bij patiënten met de ziekte van Parkinson. De ziekte van Parkinson is een neurodegeneratieve aandoening. Verminderde productie van dopamine, een neurotransmitter belangrijk bij het gecontroleerd uitvoeren van bewegingen, leidt tot stoornissen in de motoriek die valincidenten tot gevolg kunnen hebben. Tweederde van patiënten met de ziekte van Parkinson valt elk jaar en de incidentie van herhaaldelijk vallen wordt steeds hoger. Medicatie en medische zorg voor patiënten met de ziekte van Parkinson wordt steeds beter. Het aantal valincidenten binnen deze groep patiënten vermindert hier echter niet door.
Dat oefentherapie, veelal in de vorm van balans- en krachttraining, effect heeft op het verminderen van valincidenten is al aangetoond bij ouderen in het algemeen. Er is nog onvoldoende bewijs dat dergelijke oefentherapie even effectief is voor vermindering van valincidenten bij patiënten met de ziekte van Parkinson.
Methode
Middels een literatuurstudie in Cinahl en Pubmed zijn Randomized Controlled Trials (RCT's) gezocht waarin therapieën beschreven werden die valincidentie bij patiënten met de ziekte van Parkinson deden verminderen. De methodologische kwaliteit van geïncludeerde RCT's werd bepaald met de Physiotherapy Evidence Database (PEDro)-schaal. Op basis van de methodologische beoordeling van de RCT's werd een best evidence synthese opgesteld aan de hand van de criteria volgens Van Tulder et al. Hiermee werd de sterkte van het bewijs voor een onderzochte interventie beschreven.
Resultaten
De resultaten van 8 RCT's, met in totaal 633 participanten en 5 verschillende vormen van oefentherapie werden vergeleken. Positief significante resultaten (P=0.03; P<0.01; P=0.001) werden gevonden voor balanstraining in het voordeel van de interventiegroepen in 3 RCT's met een methodologisch kwaliteit, volgens de PEDro-schaal, van respectievelijk 7; 7; 6. Volgens de best evidence synthese van Van Tulder et al. kan hierdoor van sterk bewijs gesproken worden voor het verbeteren van balans, en daardoor vermindering van het aantal valincidenten bij patiënten met de ziekte van Parkinson, middels balanstraining.
Tevens werden positief significante resultaten gevonden voor Tai Chi (P=0.01), Nordic Walking (P<0.004) en Virtual Reality Training (P<0.001) ter verbetering van de posturale stabiliteit en daarmee vermindering van het aantal valincidenten in het voordeel van de interventiegroep. Voor deze 3 vormen van oefentherapie is gering bewijs.
Conclusie
Balanstraining is op korte termijn effectief bevonden ter vermindering van het aantal valincidenten bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Tevens is er bewijs voor andere vormen van oefentherapie, waaronder Tai Chi, Nordic Walking en Virtual Reality Training. Nader onderzoek op grotere schaal is nodig om conclusies te bevestigen omtrent het effect van oefentherapie op de vermindering van valincidentie bij patiënten met de ziekte van Parkinson.
Key Words:
Parkinson; falling; fall prevention; physiotherapy; physical therapy; balance training; gait training
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Bewegingsstudies |
Jaar | 2012 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |