Mobiliseren bij patiënten na een arthroscopische rotator cuffrepair: een systematisch literatuuroverzicht
Mobiliseren bij patiënten na een arthroscopische rotator cuffrepair: een systematisch literatuuroverzicht
Samenvatting
Aanleiding:
In
de
literatuur
is
er
nog
geen
eenduidigheid
over
het
revalidatieprotocol
na
een
arthroscopische
rotator
cuffrepair
(ARCR).
Overeenstemming
over
de
immobilisatieperiode,
de
juiste
balans
tussen
stijfheid
en
het
genezen
van
de
pees
aan
het
bot,
wanneer
er
wordt
gestart
met
het
mobiliseren
en
de
manier
van
mobiliseren
is
er
nog
niet.
Vraagstelling:
Wat
is
het
verschil
in
gewrichtsstijfheid
tussen
agressief
en
rustig
mobiliseren
tijdens
de
eerste
zes
weken
na
een
ARCR
bij
volwassen
patiënten
na
zes
maanden
postoperatief?
Methode:
In
verschillende
databanken
is
gezocht
naar
recente
studies
waarbij
onderzoek
is
gedaan
naar
het
revalidatieproces
bij
patiënten
na
een
ARCR.
Door
middel
van
twee
sreeningsfases
zijn
de
studies
voor
deze
review
geselecteerd.
De
Delphilijst
is
gebruikt
voor
het
beoordelen
van
de
methodologische
kwaliteit.
Resultaten:
Er
zijn
vijf
recente
studies
gevonden
over
de
therapie
tijdens
het
revalidatie
proces
van
een
ARCR.
Uit
de
onderzoeken
blijkt
dat
mobiliseren
na
een
ARCR
de
bewegelijkheid
in
de
schouder
na
een
ARCR
verbetert
en
dat
de
pijn
tijdens
rust
vermindert.
Conclusie:
Zowel
bij
een
traditioneel
als
bij
een
agressief
fysiotherapierevalidatieprotocol
is
er
een
significante
verbetering
in
range
of
motion
(ROM)
tijdens
abductie
na
6
maanden
postoperatief.
De
progressieve
en
agressieve
aanpak
zorgt
na
een
ARCR
voor
een
significante
vermindering
van
pijn
bij
rust
en
kan
tevens
leiden
tot
sneller
herstel
en
sneller
terugkeren
naar
de
dagelijkse
activiteiten
van
de
patiënt.
Na
twaalf
maanden
blijkt
er
geen
verschil
te
zijn
tussen
de
beschreven
behandelmethodes.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Bewegingsstudies |
Jaar | 2012 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |