Wat is de evidentie van verschillende fysiotherapeutische behandelvormen voor het patellofemorale pijnsyndroom
Wat is de evidentie van verschillende fysiotherapeutische behandelvormen voor het patellofemorale pijnsyndroom
Samenvatting
Achtergrond: Ondanks de hoge incidentie onder de populatie wordt de pathofysiologie van het patellofemorale pijnsyndroom (PFPS) nog niet volledig begrepen. In deze literatuurstudie is er gekeken naar de behandeling van de volgende intrinsieke factoren van distaal naar proximaal: voet, knie en heup.
Vraagstelling: Wat zijn mogelijke fysiotherapeutische interventies om patiënten met het patellofemorale pijnsyndroom te behandelen?
Doel: Doormiddel van een literatuurstudie wordt getracht antwoord te krijgen op de volgende vragen:
1. Zijn voetortheses superieur aan fysiotherapie?
2. Is een combinatie van open kinetische keten (OKK)gesloten kinetische keten (GKK) oefeningen superieur aan OKK of GKK alleen?
3. Zorgt het invoeren van heupmusculatuur training voor een verbetering in functie en pijn in vergelijking met knie extensor behandeling in tegenstelling tot geen behandeling?
Methode: Voor het zoeken van literatuur is gezocht in verschillende databases als: Cochrane, Cinahl, PEDRO en Pubmed. Dit in combinatie met verschillende zoektermen. De studies zijn beoordeeld via de PEDro - schaal en de Newcastle Ottawa Scale (NOS).
Resultaten: In totaal werden 31 studies gevonden. Van deze studies zijn er 21 geïncludeerd in dit artikel.
De methodologische kwaliteit van de geïncludeerde studies is gescoord middels de PEDRO - schaal en de NOS. Deze zijn, met uitzondering van de voetortheses studies, als goed bruikbaar te beoordelen. Er is zwak bewijs gevonden dat voetortheses superieur zijn aan fysiotherapie. Er is gematigd bewijs gevonden dat een combinatie van OKK oefeningen en GKK oefeningen superieur zijn aan GKK oefeningen of OKK oefeningen alleen. Er is sterkt bewijs gevonden dat heupmusculatuur training op korte termijn verbetering biedt voor zowel de pijn als de functie. Op lange termijn is hiervoor zwakke evidentie gevonden. Er is een groeiende evidentie dat een veranderde heup mechanica van invloed is op het patellofemorale gewricht. Vanuit de geïncludeerde studies kan niet worden bepaald of het tekort aan heupspierkracht een oorzaak is van het PFPS of dat een tekort aan heupspierkracht een gevolg is van het PFPS.
Conclusie: Een combinatie van voetortheses en fysiotherapie is een gangbare combinatie voor het behandelen van patiënten met het PFPS. Een combinatie van OKK oefeningen voor het selectief trainen van 1 bepaalde spier en GKK oefeningen voor meer functionaliteit en samenwerking van verschillende spiergroepen is een goed beleid. Implementatie van heup/abductoren, heup/exorotatoren, en heup/extensoren training geeft pijnvermindering, en functieverbetering van patiënten met het PFPS.
Key Words: Patellofemoral pain syndrome, anterior knee pain, patella chondromalacia, patellofemoral dysfunction, hip exercise, hip, strength, open versus closed kinetic chain exercises, vastus obliquus versus vastus lateralis, footorthoses, excessive pronation, footorthese.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Bewegingsstudies |
Jaar | 2011 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |