De invloed van preoperatieve fysiotherapie op de herstelduur na een totale heuparthroplastiek.
De invloed van preoperatieve fysiotherapie op de herstelduur na een totale heuparthroplastiek.
Samenvatting
Aanleiding: Door de vergrijzing komen steeds meer mensen in aanmerking voor een totale heuparthroplastiek (THA). Aangezien de zorgkosten hierdoor hoger worden, is het noodzaak om de duur van de ziekenhuisopname te verminderen. Dit geldt met name voor de kwetsbare ouderen, zij hebben immers een grotere kans op het krijgen van postoperatieve complicaties gedurende de opname. In ziekenhuis Gelderse Vallei (ZGV) wordt deze patiëntencategorie door middel van een preoperatieve screening vroegtijdig opgespoord. Hierdoor kan preoperatieve fysiotherapie tijdig worden ingezet. Verschillende onderzoeken wijzen uit dat fysiotherapie in de preoperatieve fase een positieve invloed kan hebben op het herstel na een THA. Deze effecten zijn vooralsnog minimaal. Het doel van deze studie is het onderzoeken van de invloed van preoperatieve fysiotherapie op de herstelduur na een THA.
Vraagstelling: Wat is het verschil in het percentage patiënten met een totale heupprothese die een vertraagd herstel hebben na het wel of niet volgen van preoperatieve fysiotherapie?
Methode: In januari tot en met februari 2019 is een prospectief, kwantitatief onderzoek uitgevoerd op de orthopedie verpleegafdeling in ZGV, te Ede. Het doel was om vijftig patiënten te werven. Patiënten zijn geïncludeerd indien zij een primaire totale heupprothese (THP) als gevolg van coxartrose hadden gekregen, de Nederlandse taal beheersten en bij de preoperatieve screening van ZGV aanwezig waren. De onafhankelijke variabele was ‘wel of niet preoperatieve fysiotherapie’. De afhankelijke variabele was ‘vertraagd herstel’. Dit werd gemeten met de functional ambulant categories (FAC), klinische opnameduur en de ontslagrichting. De data werd geanalyseerd met de Fisher exact test.
Resultaten: In totaal hebben 49 patiënten aan het onderzoek deelgenomen. De resultaten van de patiënten met preoperatieve fysiotherapie (n= 14) zijn vergeleken met de resultaten van patiënten zonder preoperatieve fysiotherapie (n= 35). Bij de FAC op dag twee was een verschil van -12,9% (p= 0,410) te zien. Bij de klinische opnameduur was dit verschil -5,7% (p= 1,000) en bij de ontslagrichting -4,3% (p= 1,000).
Conclusie: De invloed van preoperatieve fysiotherapie op de herstelduur na een THA is gering. Patiënten met preoperatieve fysiotherapie hadden minder vaak een vertraagd herstel na een THA, in vergelijking met de patiënten zonder preoperatieve fysiotherapie. Dit verschil was niet statistisch significant. Vervolgonderzoek zou moeten uitwijzen of preoperatieve fysiotherapie meer invloed heeft op de herstelduur na een THA bij kwetsbare ouderen.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Afdeling | Bewegingsstudies |
Partner | Ziekenhuis Gelderse Vallei |
Datum | 2019-04-29 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |